Collega’s die even een sigaretje roken, kunnen niet altijd op veel begrip rekenen. Maar rokers kunnen dit gedrag niet goed onderdrukken en zijn gevoelig voor ‘rookprikkels’. Een rookruimte die in het zicht van rokers ligt, is daarom niet zo handig.
Rokers kampen met een afwijkende activiteit in de voorste delen van de hersenen. Daardoor zijn ze erg gevoelig voor rookprikkels, zoals rondslingerende aanstekers, of uitzicht op rokende collega’s. Rokers blijken ook minder goed van fouten te kunnen leren. Goed om rekening mee te houden bij het rookbeleid van de organisatie. Een glazen rookruimte op een kantooreiland, of uitzicht op rokende collega’s voor de deur, kunnen werkgevers dus misschien maar beter vermijden.
Dat is op te maken uit het proefschrift Neurocognitive Insights in Nicotine Addiction, waarmee Maartje Luijten tot doctor promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op vrijdag 23 november 2012.
Rokers verwerken fouten minder goed
Luijten maakte hersenscans van rokers en bekeek of deze, net als bij andere verslaafden, gekenmerkt worden door een verminderd functioneren van verschillende functies in de voorste delen van de hersenen. Dit zijn juist de hersengedeelten waarmee ons gedrag wordt aangestuurd, gecontroleerd en geëvalueerd.
De resultaten lieten zien dat rokers minder goed zijn in het onderdrukken van gedrag dan niet rokers en dat ze fouten die ze maken minder goed verwerken. Deze verminderde vaardigheden hangen inderdaad samen met een afwijkende activiteit in de voorste delen van de hersenen.
Prikkels leiden rokers af
Het is echt waar: zien roken, doet roken. Want rokers blijken automatisch hun aandacht op prikkels in de omgeving te richten die met roken te maken hebben. Bijvoorbeeld een aansteker op tafel, of andere rokers op straat. Dit vergroot de trek in een sigaret zodat, in combinatie met de verminderde controlerende functies in de hersenen, de roker wel door ‘moet’ roken.
Als rokers geprikkeld worden, bijvoorbeeld door een rokende collega, blijkt hun hersenactiviteit omhoog te gaan in de hersengebieden die de aandacht sturen. Dat gebeurt met de stof dopamine, die verantwoordelijk is voor het functioneren van het zenuwstelsel. Luiten hoopt dat met de resultaten van haar onderzoek het begrip voor nicotineverslaving groter wordt en de therapie voor het stoppen met roken kan worden verbeterd.