HR-professionals moeten rekening houden met grote wijzigingen in het ontslagrecht en de WW en nieuwe regels voor de begrenzing van flexwerk. Dat komt door de nieuwe Wet werk en zekerheid die in de loop van 2014 van kracht wordt. De wet is een uitwerking van het sociaal akkoord dat kabinet en sociale partners in april 2013 afsloten.
Minister Asscher (SZW) gaat met de nieuwe wet ‘oneigenlijk gebruik van flexibele arbeid aanpakken en het ontslagrecht en WW aanpassen aan de eisen en de wensen van de arbeidsmarkt van onze tijd en de toekomst’, schrijft hij bij het indienen van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer.
Het Centraal Plan Bureau heeft de gevolgen van het wetsvoorstel in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat de arbeidsmobiliteit van ouderen zal toenemen door daling van de gemiddelde ontslagkosten; de vergoedingen bij ontslag worden per saldo lager. Gemiddeld blijft de ontslagbescherming volgens het CPB voor vaste contracten gelijk en neemt de bescherming voor flexibele contracten toe. Het CPB verwacht dat de maatregelen 20 duizend nieuwe voltijdbanen opleveren als gevolg van een ‘meer activerende WW’.
Ontslag met transitievergoeding
Er komt een nieuw soort vergoeding bij ontslag: de transitievergoeding. Alle werknemers krijgen na een arbeidsovereenkomst van ten minste twee jaar recht op deze vergoeding die gebruikt kan worden voor scholing en om over te stappen naar een andere baan of een ander beroep.
De transitievergoeding wordt afhankelijk van de duur van een dienstverband. De regel is: 1/3 maandsalaris per dienstjaar en 1/2 maandsalaris per dienstjaar dat men langer dan tien jaar in dienst is geweest. De vergoeding wordt maximaal € 75.000, en maximaal een jaarsalaris voor mensen die meer dan € 75.000 per jaar verdienen.
Om rechtsongelijkheid bij ontslag te bestrijden, wil de minister werkgevers niet meer zelf laten kiezen of ze werknemers via de kantonrechter of via het UWV ontslaan. Die mogelijkheid maakt het ontslagstelsel onnodig complex en leidt tot ongelijke behandeling in gelijke gevallen. Nu krijgt de ene werknemer, via de kantonrechter, een gouden handdruk, terwijl de andere werknemer, via het UWV, zonder vergoeding op straat komt te staan.
Met de Wet werk en zekerheid komt er een vast voorgeschreven route: ontslag om bedrijfseconomische reden gaat via het UWV en ontslag om persoonlijke redenen wordt door de kantonrechter beoordeeld. De procedures zullen sneller verlopen, verwacht de minister.
In alle gevallen krijgt de werknemer recht op een wettelijke transitievergoeding. Door deze verandering dalen de gemiddelde kosten van ontslag voor werkgevers.
De wettelijke bescherming tegen willekeur bij ontslag blijft onverminderd bestaan. De preventieve toetsing blijft, dus.
Flexwerk na twee jaar vast
De minister vindt dat er te grote verschillen zijn ontstaan in de behandeling van werknemers met vaste en flexibele contracten. Hij stelt maatregelen voor om werknemers met flexibele contracten meer zekerheid te bieden en eerder door te laten stromen naar een vast contract.
Om te voorkomen dat werknemers te lang en tegen hun zin met opeenvolgende tijdelijke contracten voor dezelfde werkgever werken, kunnen ze straks eerder aanspraak maken op een vast contract. Niet na drie jaar, zoals nu, maar al na twee jaar.
Oneigenlijk gebruik van flexibele arbeidsvormen wordt aangepakt. Zo komt er een betere ontslagbescherming voor werknemers die via payrolling werken en wordt het langdurig gebruik van 0-urencontracten aan banden gelegd en in de zorg helemaal verboden.
WW korter en aangevuld in cao’s
De voorgestelde veranderingen van het ontslagrecht en de Werkloosheidswet moet voor een meer activerende aanpak van de werkloosheid zorgen. Samen met sociale partners gaat de minister werknemers die hun baan verliezen zo snel mogelijk van werk naar werk begeleiden en zo kort mogelijk werkloos laten zijn.
Van mensen die langer dan een half jaar in de WW zitten, wordt verwacht dat ze al het beschikbare werk als passende arbeid aanvaarden. Door een nieuw systeem van inkomensverrekening wordt voorkomen dat mensen daarbij minder gaan verdienen dan ze in de WW als uitkering kregen. Werkhervatting vanuit de WW wordt altijd lonend.
De maximale duur van de publiek betaalde WW wordt van 1 januari 2016 tot 2019 stapje voor stapje teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Werkgevers en werknemers kunnen in de cao afspraken maken om de WW-uitkeringen na 24 maanden – tot 38 maanden – uit eigen zak te betalen.
Versnelde invoering vanaf 1 juli 2014
In het begrotingsakkoord van oktober dit jaar heeft het kabinet afspraken gemaakt met de Tweede Kamerfracties van ChristenUnie, D66, PvdA, SGP en VVD over versnelde invoering van de voorgestelde maatregelen. Als de Tweede Kamer en Eerste Kamer akkoord gaan, kan de versterkte rechtspositie van flexwerkers vanaf 1 juli 2014 ingaan, en hervorming van het ontslagrecht en het eerdere aanvaarden van passende arbeid in de WW vanaf 1 juli 2015.