Kabinet besluit voor 1 april over tewerkstellingsvergunning werknemers nieuwe EU-lidstaten.
Als de grenzen volledig open gaan voor werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten komen naar schatting tussen de 53.000 en 63.000 werknemers uit die landen naar Nederland. Dat zijn er zo’n 23.000 tot 33.000 meer dan er nu jaarlijks met een tewerkstellingsvergunning werken. Dat staat in een onderzoek van economisch onderzoeksbureau Ecorys dat staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Op dit moment is er nog een beperking voor werknemers uit Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië om in Nederland te werken. Zij moeten een tewerkstellingsvergunning hebben om als werknemer aan de slag te gaan. Vóór 1 mei 2006 moet Nederland beslissen de overgangsmaatregel te verlengen of over te gaan tot vrij verkeer van werknemers.
Als Nederland besluit om over te gaan tot vrij verkeer van werknemers, dan worden er het eerste jaar in totaal 53.000 tot 63.000 werkende migranten uit de nieuwe EU-landen verwacht. Dat zijn er zo’n 23.000 tot 33.000 meer dan hier in 2005 met een tewerkstellingsvergunning werkten. Zo’n negentig procent komt uit Polen. Omdat de migranten meestal voor kortere periodes werken, doen de 53.000 tot 63.000 migranten samen het werk dat 23.500 tot 28.000 fulltimers in een jaar verrichten. Dat is ongeveer een half procent van het aantal arbeidsuren dat er in Nederland wordt gewerkt.
Ecorys verwacht dat de grootste groep migranten, net als nu, zal bestaan uit seizoenwerkers en andere pendelaars die hier gemiddeld 3,5 maand in een jaar werken. In de regel gaat het hierbij om jonge, gemotiveerde en redelijk geschoolde werknemers, die hier premies en loonbelasting betalen, maar slechts een beperkt beroep op de sociale zekerheid doen. Een kleine groep zal hier voor langere tijd werk vinden en zal zich hier dan ook voor langere tijd vestigen. Ecorys verwacht dat er over vijf jaar tussen de 40.000 en 60.000 migranten uit de nieuwe EU-landen voor een langere periode in ons land verblijven.
Het kabinet neemt in maart een besluit over het al dan niet verlengen van de overgangsmaatregel en stuurt het kabinetsstandpunt vóór 1 april naar de Tweede Kamer. Als Nederland besluit tot vrij verkeer van werknemers, moeten Nederlandse en Poolse werknemers in loondienst in Nederland gelijk worden behandeld.
Redactie Personeelsnet