In de Wereld Borstvoeding Week 2016 is aandacht gevraagd voor het recht op borstvoeding. De werkgever moet zich houden aan regels om de gezondheid van moeder en kind tijdens de periode van borstvoeding zo goed mogelijk te beschermen.
Zo heeft de werkneemster tot negen maanden na de bevalling het recht om haar werk te onderbreken om in alle rust en afzondering haar kind borstvoeding te geven of af te kolven. De onderbreking kan zo vaak en lang als nodig is plaatsvinden, maar niet langer dan een kwart van de dienst.
Richtlijnen voor de kolfruimte
De werkgever moet een geschikte ruimte beschikbaar stellen waar de werkneemster kan kolven. De kolfruimte moet voldoen aan belangrijke richtlijnen:
Recht op rust en regelmaat
In de Arbeidstijdenwet zijn verder nog bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de arbeids- en rusttijden van zwangere en borstvoeding gevende werkneemsters. Een zwangere of kolvende werknemer heeft, tot zes maanden na de bevalling recht op voldoende rust, extra pauzes en regelmatige werktijden.