Het kabinet, vakbonden en werkgevers hebben een akkoord bereikt over een structurele vroegpensioenregeling voor mensen met zwaar werk. Zij kunnen óók na 2025 met vervroegd pensioen gaan. Vakbonden en werkgevers kunnen dit samen aan de cao-tafel regelen. In de huidige RVU-regeling ontvangen vervroegd uittredende werknemers een uitkering die gelijk is aan het netto AOW-bedrag. In de nieuwe regeling kunnen mensen in knellende situaties maximaal 3600 euro bruto per jaar extra krijgen. Een externe partij gaat toetsen of de afspraken in cao’s echt alleen van toepassing zijn op mensen met zwaar werk. Als meer dan 15 duizend mensen met vroegpensioen gaan, wil het kabinet bijsturen.
De huidige tijdelijke vroegpensioenregeling is een afspraak uit het pensioenakkoord uit 2019. Deze regeling loopt eind 2025 af. Er is nu afgesproken dat er voor werknemers die dat echt nodig hebben, óók na 2025 een regeling is om met vervroegd pensioen te gaan. Vakbonden en werkgevers kunnen daarvoor aan de cao-tafel overeenkomen om mensen met een zwaar beroep drie jaar eerder met pensioen te laten gaan.
Maximaal 3600 euro per jaar meer voor beperkte groep
Op dit moment krijgen mensen die met vervroegd pensioen gaan een bedrag dat vergelijkbaar is met een netto AOW-uitkering. In de structurele regeling is er voor mensen in knellende situaties ruimte om maximaal 3600 euro bruto per jaar extra te bieden. Op die manier wordt de RVU-regeling toegankelijker voor mensen met een laag inkomen of een laag aanvullend pensioen.
Er is gekozen voor een gerichte aanpak, zodat vroegpensioen mogelijk wordt voor de mensen die het echt nodig hebben. Er is afgesproken dat RVU-afspraken altijd een onderbouwde afbakening bevatten van de doelgroep, gericht op belastende functies en werkzaamheden. Een door het ministerie erkende derde partij gaat die afbakening valideren. Ook wordt gekeken of het mogelijk is om een wet te maken die regelt dat vroegpensioen uitsluitend beschikbaar is voor werknemers met zwaar werk.
Duurzame inzetbaarheid van mensen met zwaar werk
Om mensen met zwaar werk in staat te stellen zo lang mogelijk gezond aan het werk te blijven is op de werkvloer blijvend aandacht nodig voor duurzame inzetbaarheid, van het begin tot het eind van de loopbaan.
Het kabinet en de sociale partners hebben afgesproken om voor mei 2025 samen hun gerichte en doeltreffende duurzame inzetbaarheidsagenda te presenteren om mensen gezond te laten doorwerken tot aan de pensioenleeftijd. Ook kijken ze naar de mogelijkheden rond verlofsparen en manieren om de overgang van werk naar pensioen soepeler te maken.
Meer dan 15 duizend? Dan bijsturen
Kabinet en sociale partners gaan het hele pakket jaarlijks monitoren en erover rapporteren, met driejaarlijkse ijkmomenten. Het ministerie van SZW blijft halfjaarlijks rapporteren over het RVU-gebruik. Als er meer dan 15.000 mensen met vroegpensioen gaan, wil het kabinet in gesprek met sociale partners over de oorzaken, de gerichtheid en bijsturen.
Verklaring politiek, vakbonden en werkgevers |
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum: “Ik ben blij dat er een gerichte oplossing is voor mensen met een zwaar beroep. Daarnaast hebben we afgesproken om het vroegpensioen zorgvuldig en verantwoord in te zetten. Dit is belangrijk vanwege de grote tekorten op de arbeidsmarkt. Daarbij presenteren we een stevige aanpak om te voorkomen dat mensen al vroeg op zijn, maar dat ze op een gezonde manier kunnen doorwerken.” |
FNV-voorzitter Tuur Elzinga: ‘Dankzij de actie en stakingen van al die mensen met zwaar werk hebben we nu een betere en permanente regeling. Het belangrijkste is dat mensen met zwaar werk nu zekerheid hebben. We zijn blij met dit onderhandelaarsakkoord en gaan het nu aan het FNV Ledenparlement voorleggen.’ |
VNO-voorzitter Ingrid Thijssen: ‘Wij zijn blij dat er een evenwichtig akkoord is bereikt; met enerzijds continuering en verbetering van de RVU voor de mensen met echt zwaar werk en een kleine beurs die het niet lukt om gezond en werkend hun pensioen te halen, en anderzijds een ambitieuze agenda duurzame inzetbaarheid voor de langere termijn. Daar liggen uiteindelijk de echte oplossingen.’ |