Minister Asscher van Sociale Zaken gaat met vakbonden en werkgevers overleggen over ‘onbedoelde effecten van de nieuwe ontslagregeling in de Wet werk en zekerheid’ die per 1 juli ingaat. Het gaat dan vooral over de hoge transitievergoeding die seizoenswerkers zouden krijgen als gevolg van de nieuwe regels.

De Tweede Kamer heeft bij Asscher aangedrongen op een oplossing voor werkgevers met seizoensarbeid. Ook is de Kamer ongerust over de werkgelegenheid van flexwerkers en seizoensarbeiders.

Tussenpoos van 3 naar 6 maanden
Werkgevers met seizoensarbeid, hebben in het verleden personeel in dienst genomen met steeds minimaal een tussenpoos van 3 maanden. Daardoor was steeds sprake van een nieuw dienstverband. In het nieuwe regime moet die tussenpoos steeds minimaal 6 maanden zijn. Werkgevers kwamen er achter, dat zij daardoor nu (met terugwerkende kracht) een flinke transitievergoeding moeten betalen voor tijdelijk personeel dat volgens de nieuwe regels een jarenlang dienstverband heeft.

Gevolg zal zijn dat werkgevers de tijdelijke contracten eerder zullen beëindigen en er nog scherper op zullen toezien dat geen ketens van dienstverbanden ontstaan, waardoor seizoenswerkers langere periodes zonder werk komen te zitten.

Gevolgen van de wet
Minister Asscher betoogde aanvankelijk, dat het juist de bedoeling is van de nieuwe Wet werk en zekerheid om de arbeidsmarktpositie van flexwerkers te versterken. Maar de Tweede kamer is gevoelig voor de signalen van werkgevers dat dit echt een onbedoeld neveneffect is van de nieuwe wet.

Asscher gaat daarom met vakbonden en werkgevers in overleg over aanpassing van de regels, omdat de nieuwe ontslagregels onderdeel zijn van het sociaal akkoord dat hij niet eenzijdig kan wijzigen.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief