14% Nederlandse bedrijven geconfronteerd met omkoping.

Hoewel het beter wordt aangepakt, blijft corruptie wereldwijd een aanzienlijk probleem. Een derde van het internationale bedrijfsleven ziet een toename in corrupte zakelijke praktijken. In Nederland is het probleem kleiner, maar een kwart van de Nederlandse topmanagers denkt dat de eigen boekhouder niet is gekwalificeerd om fraude op te sporen. Dat blijkt uit het onlangs gepubliceerde onderzoek 'Corruption or compliance - weighing the costs: the 10th global fraud survey' van Ernst & Young.

Het onderzoek laat zien dat bedrijven de risico’s van corruptie onder ogen zien en meer doen aan de bestrijding ervan. Probleem is dat wetgeving internationaal veel verschilt, waardoor de aanpak lastig blijft. Het is niet eenvoudig om de verschillende wettelijke verplichtingen goed te begrijpen, laat staan ze grensoverschrijdend toe te passen.

Fraude in Nederland
In Nederland is de situatie gemiddeld veel beter dan in de rest van de wereld. Hier ervaart 4 procent van de bedrijven fraude als een groot probleem.

Nog eens 14 procent is vorig jaar met omkoping en corruptie geconfronteerd, terwijl meer dan de helft vorig jaar het aantal interne onderzoeken heeft vergroot. Ook justitie en toezichthouders in Nederland hebben de afgelopen jaren vaker onderzoek verricht.

Gedragscode en beleid
Volgens Sylvie Bleker van Ernst & Young, vormen een duidelijk, preventief integriteitsbeleid en een effectief ‘compliancebeleid’ de enige effectieve bescherming tegen het risico van fraude en corruptie,

De meeste ondernemingen hebben wel een gedragscode, terwijl dit alleen effectief is als de integriteitregels ondersteund worden door een compliancebeleid dat naleving verzekerd.