Azië en Oost-Europa zijn bezig met inhaalslag.

Door de druk op de arbeidsmarkt, zullen de reële lonen in Nederland dit jaar stijgen, maar slechts met een beperkte twee procent. Chinese werknemers zijn beter af, want daar neemt de loonstijging dit jaar vier keer zo snel toe als in Nederland. Na China stijgen de salarissen in India en Oost-Europa het snelst. Dat staat in het Global Pay Day rapport van salarisadviesbureau Hay Group. Het rapport voorspelt de salarisstijgingen voor 2007 in bijna zeventig landen.

Op de ranglijst met loonstijgingen, staat Nederland op de 27ste plaats als het gaat om de reële lonen van professionals en senior managers. De lonen van administratief personeel stijgen per saldo meer, want in die categorie staat Nederland op de 25ste plek.

Na een jarenlange daling van de collectieve salarisverhoging door de wijzigingen in het sociale stelsel en loonmatiging, wordt nu dus weer een stijging verwacht met 0,2 procent richting 1,8 procent in 2007. Dat er weer een loonstijging is, verklaart Hay Group door de toenemende krapte op de arbeidsmarkt.

In West-Europa is het basissalaris al hoog, zodat werknemers er slechts marginaal op vooruitgaan. Intussen zijn nieuwe economieën, met hun enorme groeicijfers, bezig om de achterstand in te halen. Zo gaan Chinese werknemers er in 2007 over de gehele linie ongeveer acht procent op vooruit en Indiase rond zes procent.

Liever oost dan west?
Ook de snel stijgende salarissen in Oost-Europa zijn een afspiegeling van de economische ontwikkelingen in die regio. Terwijl de lonen voor arbeiders en administratieve krachten veel lager liggen dan in West-Europa, liggen de lonen van senior managers in West- en Oost-Europa veel dichter bij elkaar.

Maar omdat de kosten in Oost-Europa veel lager zijn, hebben deze topmanagers daar per saldo veel meer te besteden dan hun collega’s in het westen.