Dit verandert voor P&O in 2009
De belangrijkste wijzigingen in het nieuwe jaar.
Op Prinsjesdag, 16 september, presenteerde het kabinet de nieuwe plannen voor 2009. De koopkracht stijgt in 2009 gemiddeld tussen de 0 en 2 procent. Volgens het kabinet gaan de meeste mensen er in koopkracht op vooruit; vooral werkende ouders. In individuele gevallen kan de koopkracht wel dalen.
Het kabinet verhoogt de BTW niet. Ook zullen de WW-premies voor werknemers worden afgeschaft. Dat laatste levert een werknemer met een modaal inkomen netto ongeveer 335 euro per jaar op. In ruil hiervoor verwacht het kabinet dat de lonen in 2009 niet te veel zullen stijgen. Verder introduceert het kabinet een aantal inkomensafhankelijke arbeidskortingen. Door deze belastingvoordelen wordt werken lonender.
Belangrijkste wijzigingen
Het accent van de kabinetsplannen ligt op het aan het werk krijgen van verschillende groepen mensen: jongeren, ouderen, mensen met kinderen, werklozen en mensen die in de ogen van het kabinet te weinig werken.
Personeelsnet zet hieronder de belangrijkste
wijzigingen voor P&O in 2009 op een rij.
Maatregelen voor ouders: kinderopvang en kindgebonden budget
Met ingang van 2009 gaat de bijdrage voor ouders naar draagkracht omhoog. Ouders kunnen op internet zelf uitrekenen hoe hoog hun bijdrage wordt, met de
Calculator kinderopvang van het Ministerie van OCW: www.minocw.nl/berekeningkinderopvang .
De bijdragen voor gastouderopvang worden aan strengere regels gebonden en gaan omlaag. De rol voor gastouderbureaus raakt uitgespeeld. Een werkgroep komt met voorstellen voor de wijze waarop kinderopvang in de toekomst moet worden ingezet.
In 2009 wordt het kindgebonden budget ingevoerd, dat de kindertoeslag vervangt. Gezinnen met kinderen ontvangen dan een bedrag per kind: hoe lager het inkomen, hoe hoger de toeslag. Voor een eerste kind ontvangt een gezin een hoger bedrag dan voor het tweede en dat bedrag is weer hoger dan voor het derde kind.
Meer mensen aan het werk
Partners (vaak vrouwen) die in deeltijd werken, worden in 2009 gestimuleerd om meer uren te werken. Dat gebeurt met een inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Deze korting is groter naarmate de minst verdienende partner meer verdient. Het fiscale voordeel kan voor werkende ouderparen oplopen tot 450 euro bij half modaal en 1.000 euro bij een modaal inkomen van de mistverdienende partner.
Mensen die niet werken en ook geen uitkering hebben, moeten verleid worden om betaald werk te doen door het werk meer te laten lonen. Dat gebeurt door in 2009 de inkomensafhankelijke arbeidskorting (IAK) te introduceren. Het tarief van de eerste schijf in de inkomstenbelasting wordt verlaagd met 0,1% en het tarief van de tweede schijf met 0,15% verhoogd. Hierdoor wordt het voor mensen met een laag inkomen aantrekkelijker om aan het werk te gaan.
Werkgevers moeten soepeler omgaan met mogelijkheden om werk en zorg te combineren. De
Taskforce Deeltijdplus gaat hier voorstellen voor doen.
De ‘aanrechtsubsidie’ verdwijnt: werkenden met een niet-werkende partner kunnen van vanaf 2009 geleidelijk aan niet meer de algemene heffingskorting overgedragen.
Voor jongeren geen uitkering, maar werken of leren
Jongeren krijgen vanaf 1 juli 2009 geen bijstand meer. Gemeenten moeten jongeren van 18 tot 27 jaar die een uitkering komen vragen, een persoonlijk aanbod doen dat bestaat uit werk, scholing of een combinatie van beide.
Komend schooljaar gaan ruim 61.000 leerlingen minimaal 30 uur op maatschappelijke stage. Vanaf schooljaar 2011-2012 moeten alle leerlingen in het voortgezet onderwijs op maatschappelijke stage.
Jongeren die gehandicapt zijn, hebben te maken met de Wajong. Daar komt de focus te liggen op werk. Wie kan werken, krijgt hulp bij het vinden van een baan.
Ouderen gaan langer werken en meebetalen aan de AOW
Werkgevers die een 50-plusser met een uitkering aannemen, krijgen daarvoor drie jaar lang een korting van 6500 euro op de WW- en arbeidsongeschiktheidspremies.
Werkgevers die een werknemer van 62 of ouder in dienst houden, krijgen drie jaar lang 2750 euro premiekorting per jaar en vanaf 2013 6500 euro per jaar.
Het kabinet overweegt een tijdelijke ‘no risk polis’ in te voeren die werkgevers tegemoet komt in de kosten van loondoorbetaling bij ziekte wanneer zij WW-ers van 55 jaar en ouder in dienst nemen.
Mensen die na hun 62ste blijven werken krijgen een belastingvoordeel, de zogenoemde doorwerkbonus. Die geldt ook als ze doorwerken na hun 65ste. Per gewerkt jaar krijgen betrokkenen een belastingvoordeel. De hoogte daarvan varieert met het inkomen en de leeftijd, en bedraagt maximaal 4591 euro.
Werknemers die na hun 65ste willen doorwerken, kunnen hun AOW (maximaal vijf jaar) later laten ingaan. Zij ontvangen dan een hogere AOW-uitkering. Mensen kunnen kunnen de AOW ook gedeeltelijk ontvangen.
Met ingang van
1 december 2009 treedt de
Wet Inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) in werking. Werknemers van 60 jaar of ouder die tussen 1 oktober 2006 en 1 juli 2011 werkloos worden of zijn geworden en langer dan drie maanden recht hebben op een WW-uitkering, krijgen na afloop van de WW-uitkering een IOW-uitkering. De IOW biedt inkomensondersteuning tot 65 jaar. Er is een sollicitatieplicht, maar geen vermogenstoets, zodat zij niet ‘hun huis hoeven op te eten’.
Om de oudedagsvoorziening betaalbaar te houden, gaan ouderen met een relatief hoog inkomen vanaf 2011 een
houdbaarheidsbijdrage betalen. Deze fiscale maatregel heeft vooral betrekking op mensen van 65 jaar of ouder, die geboren zijn na 31 december 1945 met een inkomen hoger dan € 32.127.
Van werkloos naar betaalde baan
Werkgevers kunnen via het UWV een jaar loonkostensubsidie krijgen als ze iemand aannemen die langer dan een jaar in de WW zit of (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. De subsidie is maximaal de helft van het minimumloon.
De regels voor ‘passende arbeid’ worden aangepast. Mensen die langer dan een jaar werkloos zijn, krijgen van het UWV een werkaanbod dat ze niet kunnen weigeren. Ook niet als het loon lager is dan de uitkering. Het eventueel lagere inkomen wordt door het UWV tijdelijk aangevuld, zodat mensen met werken er altijd op vooruitgaan.
Gemeenten, UWV en CWI krijgen meer mogelijkheden om werklozen met
participatieplaatsen werkervaring te laten opdoen.
Er komen
Loketten voor werk en inkomen (LWI’s) zodat werkgevers en werkzoekenden dan nog maar met één organisatie te maken hebben. Verder komen er ook meer
Leerwerk-loketten waar werkgevers, werkenden en mensen met een uitkering terecht kunnen voor advies over scholing en loopbaan.
Nieuw bijtellingstellingstarief voor milieuvriendelijke auto's
Leaserijders worden gestimuleerd om milieuvriendelijker auto’s te rijden. Naast het al bestaande lage bijtellingstarief van 14% (voor hele kleine auto’s en hybride middenklassers), komt er een nieuw verlaagd tarief van 20 procent. Dit nieuwe tarief geldt voor auto's die niet op diesel rijden en een CO2-uitstoot hebben tussen de 111 en 140 gram per kilometer. Het tarief geldt verder voor dieselauto’s met een CO2-uitstoot tussen de 96 en 116 gram per kilometer.
Premie en basispakket ziektekosten
De gemiddelde premie voor de zorgverzekering gaat van 1.047 naar 1.074 euro. De inkomensafhankelijke premie gaat van 7,2 naar 6,9 procent. De mogelijkheden om bijzondere ziektekosten af te trekken wordt beperkt. Chronisch zieken en gehandicapten worden gecompenseerd.
Het basispakket wordt uitgebreid met de behandeling van ernstige dyslexie. De vergoeding van slaap-en kalmeringsmiddelen wordt beperkt. Van de cholesterolverlagers wordt bij voorkeur alleen nog het goedkoopste medicijn vergoed.
©
Ook van dit artikel berust het auteursrecht bij Personeelsnet Media, te Den Haag. U mag dit artikel niet herpubliceren zonder bron- en linkvermelding.