Al jaren stijgt het aantal flexibele contracten in Nederland. Momenteel heeft 38,4% van de werkenden geen vast contract. Hoewel veel mensen liever in vaste dienst zouden treden, levert flexwerken 2 miljard euro per jaar op. Maar een deel van die besparing gaat wel ten koste van HR-functies.
Dit blijkt uit een wetenschappelijke studie die arbeidsmarktspecialist Brunel vandaag publiceert. Het whitepaper geeft een antwoord op de vraag: “Wat is het effect van externe inhuur op de productiviteit en de kosten van organisaties?”. De wetenschappelijke studie is uitgevoerd door Erasmus Research & Business Support (ERBS) in opdracht van Brunel.
Voordelen flexwerk in arbeidsmarktbeleid
Brunel is een groot detacheringsbureau en dus tevreden met de uitkomsten van de studie. Volgens Maikel Pals, algemeen directeur Brunel Nederland, is er wel veel discussie over flexwerk, maar worden de kostenvoordelen voor de Nederlandse economie daarbij vaak niet meegewogen bij het vaststellen van arbeidsmarktbeleid.
“De huidige discussies in de politiek en in het maatschappelijk veld doen onvoldoende recht aan deze enorme bijdrage van flexibele arbeid aan de Nederlandse economie. Flexibele arbeid levert op. Voor de werknemer, voor het bedrijf - en naar nu blijkt ook voor onze Nederlandse maatschappij”, stelt Pals.
Voordelen voor de economie
De studie benoemt de volgende effecten van externe inhuur voor de Nederlandse economie:
Flex gaat wel ten koste van HR-banen
Voor vast personeel, is meer interne ondersteuning nodig dan voor flexwerkers die elders in dienst zijn. Hierbij valt te denken aan:
Op al deze besparingspunten is bij de inlenende organisatie dus minder capaciteit nodig. Dit gaat daarom ten koste van banen op de HR-afdeling.