FNV Bondgenoten wil ramp voorblijven met extra scholing.

Vakbond FNV Bondgenoten wil met een 10-stappenplan het tekort aan vakmensen in de metaalsector te lijf gaan. De bond wil het plan met de werkgevers bespreken tijdens een ronde tafelconferentie, die voor de zomer moet plaatsvinden.

Volgens de bond ‘tekent zich een ramp af’ in de groot- en kleinmetaal. Het personeel vergrijst in hoog tempo. Daarom zal binnen enkele jaren een tekort ontstaan van tienduizenden vakmensen. Door het tekort kunnen bedrijven straks hun orderportefeuilles niet op tijd uitvoeren.

Zelf ook schuld
Volgens de bond is het probleem al lang bekend, maar worden er geen concrete maatregelen genomen. Jos Brocken, bestuurder van FNV Bondgenoten, legt de schuld van de problemen niet eenzijdig bij de werkgevers. Want ook de vakbonden hebben bijgedragen aan de situatie.

Volgens Brocken zijn de problemen ‘veroorzaakt door de sociale partners zelf’. Zij hebben te weinig geld in opleidingsfondsen gestopt, zijn niet in staat om individuele werkgevers en werknemers goed bij te staan en blokkeren adequate samenwerkingsverbanden. Het is volgens de bondsbestuurder dan ook ‘de hoogste tijd om die cultuur te doorbreken'.

Tien punten
FNV Bondgenoten stelt in het 10-puntenplan ondermeer voor om de arbeidsvoorwaarden van leerlingen in de metaal te verbeteren om zo de instroom van leerlingen te verdubbelen. Ook pleit de bond, naar Brits voorbeeld, voor een netwerk van opleidingsadviseurs op de werkvloer. Dat zijn werknemers die hun collega’s ondersteunen in het realiseren van hun opleidingswensen. Het geld voor het plan moet komen uit zogenaamde sectorheffingen.

De tien punten van het plan zijn samengevat:

Het verdubbelen van de instroom van leerlingen.

Werknemers die al in de sector werken moeten minder eenvoudig uitstromen.

Werknemers krijgen jaarlijks recht op vijf scholingsdagen.

Aan de hand van een vijfjaarlijkse potentieeltest naar verworven competenties, maken werkgever en werknemer carrière- en scholingsafspraken.

Binnen enkele jaren moet er in de metaal een groot netwerk ontstaan van opleidingsadviseurs die hun collega‘s ondersteunen in het realiseren van opleidingswensen.

De uitvoering van BBL-trajecten (vier dagen werken één dag naar school) komt in handen van professionele organisaties.

Samenwerking tussen de verschillende opleidingsfondsen (OenO-fondsen) in de metaal is onontbeerlijk.

De OenO-fondsen, kenniscentra, werkgevers- en werknemersorganisaties moeten een regionaal netwerk opbouwen voor afspraken met het regionale beroepsonderwijs en de regionale overheid.

De metaal dient structurele afnemer (750 per jaar) te zijn van het door de Taskforce Jeugdwerkloosheid gemaakte plan “tweede kans beroepsonderwijs”.

De opleidings- en arbeidsmarktactiviteiten worden gefinancierd uit zogenaamde sectorheffingen.