Liever later met pensioen dan langere werkweek
Meerderheid denkt dat volgend kabinet pensioenleeftijd verhoogt.
Werknemers in Nederland geloven niets van politieke beloften dat de pensioenleeftijd op 65 jaar blijft. Een ruime meerderheid denkt zelfs dat het volgende kabinet de pensioenleeftijd verhoogt. Werknemers houden er rekening mee tot hun pensioen te moeten doorwerken en denken niet dat zij er, zoals de vorige generatie werknemers, met een regeling ‘eerder uit kunnen’. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau Ernst & Young, dat onderdeel uitmaakt van de Bedrijfsbarometer die het bureau periodiek uitvoert.
Werknemers willen de vergrijzingsproblemen het liefst aanpakken met
vrijwillig doorwerken na het 65e levensjaar (59%). Het begrotingstekort terugdringen ziet 44% nog als mogelijke aanpak. Slechts 25% van de ondervraagden vindt het afschaffen van de 36-urige werkweek een oplossing. Meer vrouwen laten werken is de keus van 34%, terwijl 9% denkt dat het aantrekken van buitenlandse krachten een oplossing biedt tegen vergrijzing.
Maar 14% van de ondervraagden gelooft politieke beloften dat de pensioenleeftijd niet omhoog gaat. Ruim de helft (53%) verwacht dat 67 jaar de nieuwe AOW-leeftijd wordt. Een groep van 22% verwacht zelfs dat de pensioenleeftijd opschuift naar 68 jaar.
Ruim de helft van de ondervraagde werknemers (56%) verwacht tot zijn vijfenzestigste of langer te moeten doorwerken. Slechts 14% denkt al voor zijn zestigste levensjaar te gaan genieten van de oude dag. Een grote meerderheid van 86% zegt minimaal tot zijn zestigste door te werken. Dat is een omslag in het denken, volgens Ernst & Young.