De cao-lonen zijn in het derde kwartaal van 2018 gestegen met 2,2 procent. Dat lijkt misschien heel wat, maar daarmee stegen de lonen nauwelijks meer dan de consumentenprijzen. Die zijn namelijk met 2 procent omhoog gegaan. De lonen zullen daarom nog flink omhoog moeten, om de positieve koopkrachtplaatjes van het kabinet waar te maken.
Het CBS meldt dat de loonstijging in het derde kwartaal van 2018 de grootste is na 2009. Maar de consumentenprijzen stijgen sinds jaren ook weer flink.
Na jaren praktische nulstand, stijgen lonen bij de overheid
De lonen bij de overheid stegen in het derde kwartaal het meest, met 2,9 procent. Leraren en ambtenaren kregen meer loon, maar in de gesubsidieerde sector was de loonstijging aanzienlijk lager, namelijk 1,5 procent. Bij bedrijven was loonstijging gemiddeld 2,1 procent.
In het onderwijs namen de lonen het meest toe, namelijk met 3,2 procent. In de financiële dienstverlening stegen de lonen het minst (1,2 procent).
De rekening van consumenten gaat ook omhoog
De loonstijging wordt bijna geheel teniet gedaan door de stijgende prijzen voor consumenten. Deze waren in september 2018 wel 1,9 procent hoger dan vorig jaar en in augustus betaalde de consument zelfs 2,1 procent meer dan vorig jaar. Dit zal volgend jaar niet beter worden, omdat het kabinet dan de BTW voor dagelijkse producten en diensten verhoogt van 6 naar 9 procent.
Het wordt nog lastig om de koopkrachtplaatjes op het positieve niveau te krijgen van de presentatie op Prinsjesdag. Het kabinet houdt rekening met stabiele prijzen en bovendien met een gemiddelde loonstijging van wel drie procent. Veel hangt dus af van het resultaat dat vakbonden zullen boeken in de cao-onderhandelingen van volgend jaar.
MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief