De strijd om hogere lonen zorgt voor moeizame onderhandelingen aan de cao-tafels. Vakbonden beginnen hun onderhandelingen met de eis om ten minste de inflatie te compenseren, maar dat stuit op verzet van werkgevers die de loonruimte niet hebben voor grote loonstijgingen. Toch loopt de loonsverhoging in afgesloten cao’s gestaag op. Zo was de loonstijging in 2021 gemiddeld nog 2,1 procent, terwijl in 2023 een gemiddelde loonstijging is afgesproken die liefst drie keer zo hoog is, namelijk 6,3 procent.
Dat is op te maken uit cijfers van werkgeversvereniging AWVN, die werkgevers adviseert over het arbeidsvoorwaardenoverleg.
Temperatuur aan onderhandelingstafel loopt op
Met de loonstijging van 6,3 procent in de eerste maand van 2023, wordt de stijgende trend in loonafspraken sinds 2021 voortgezet. Wel zijn veel minder cao’s vernieuwd dan normaal. In januari zijn 14 cao-akkoorden gesloten voor ongeveer 50.000 werknemers. Daarbij zijn de lonen gemiddeld flink gestegen en dat is goed te zien aan de blauwe lijn in de grafiek hieronder.
AWVN merkt op dat de verwachtingen bij cao-partijen vaak te ver uit elkaar liggen. De nadruk op loonsverhoging staat oplossingen in de weg om samen te zoeken naar mogelijkheden om de inflatiepijn te verzachten en te verdelen. Dit leidt soms tot spanning aan cao-tafels en verhardt de posities, wat uiteindelijk kan resulteren in acties, waarschuwt AWVN. Dat belooft wat voor het komende jaar, want dit jaar moeten nog 329 cao’s worden vernieuwd voor 1,9 miljoen werknemers.
Vakbonden willen hogere lonen, maar er is geen ruimte
Volgens AWVN zijn de hoge looneisen van vakbonden niet goed te verenigen met de ruimte die er in veel organisaties of branches is om de lonen te verhogen. Zij hebben namelijk ook te maken met fikse prijsstijgingen, of hun economische verwachting ronduit is verslechterd. Bovendien is volledige compensatie door werkgevers onredelijk, omdat de steunmaatregelen van de overheid een groot deel van de inflatiepijn verzachten, vinden de werkgevers.
Veel werkgevers proberen hun medewerkers al te helpen, bijvoorbeeld met eenmalige uitkeringen of het vergoeden van financieel adviseurs. Daarnaast worden er meer nominale loonsverhogingen verstrekt, bijvoorbeeld met een vast bedrag, waarvan lagere inkomens verhoudingsgewijs extra profiteren.