Uit een eerste tussenmeting van de banenafspraak blijkt dat werkgevers al meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag hebben geholpen dan was geraamd. Uit de eerste cijfers blijkt dat er tot eind vorig jaar al 9.224 extra banen zijn bijgekomen in de marktsector en 1.508 bij de sector overheid.
Werkgevers in de marktsector lopen daarmee ruim voor op schema. Werkgevers bij de overheid moeten aan het eind van dit jaar 3.000 extra banen gerealiseerd hebben. Dit meldt staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Het kabinet heeft met de sociale partners afgesproken dat er tussen nu en 2026 in totaal 100.000 extra banen beschikbaar moeten komen voor mensen die vanwege een arbeidsbeperking niet in staat zijn om het wettelijk minimum loon te verdienen. Daar bovenop moet de overheid als werkgever voor 2025 in totaal ook nog eens 25.000 extra banen voor deze doelgroep leveren.
Op basis van de tussenmeting lijkt het erop dat gemeenten en sociale partners mensen met een plek op de wachtlijst van een sociale werkplaats en Wajongers inderdaad, zoals afgesproken, met voorrang op de extra banen hebben geplaatst.
“We zijn er zeker nog niet, maar dit is een zeer bemoedigend begin”, stelt staatssecretaris Klijnsma in een reactie op de cijfers. De komende jaren zal het aantal extra banen ten opzichte van de eerste ‘aanloopjaren’ verder toenemen. “Ik reken op een goed vervolg. Dat is ook nodig want het is de hoogste tijd dat ook mensen met een beperking een eerlijke kans krijgen om volop mee te doen op de arbeidsmarkt.”