Steeds meer ouders werken allebei en daardoor gaan ook steeds meer kinderen naar de opvang. Vrouwen werken nu gemiddeld ruim 25 uur per week en moeders met jonge kinderen tot en met 11 jaar zelfs nog iets meer.
In het vierde kwartaal van 2016 gingen 702.000 kinderen naar de dagopvang, buitenschoolse opvang en naar gastouders. Dat zijn er 23.000 meer dan in het 3e kwartaal. Het aantal werkende vrouwen ligt nu op het hoogste niveau sinds 2012. Dat blijkt uit cijfers van de Belastingdienst en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Meer opvang door aantrekkende economie
In het 4e kwartaal van 2016 gingen er 277.000 naar de dagopvang en 325.000 naar de buitenschoolse opvang. 65.000 kinderen van 0 tot en met 3 jaar gingen naar een gastouder, net als 54.000 kinderen tussen de 4 en 12 jaar. Sommige kinderen maken gebruik van meerdere vormen van opvang.
Dat er meer gebruik is gemaakt van kinderopvang komt vooral door de aantrekkende economie en de hogere kinderopvangtoeslag. Steeds meer vrouwen en mannen met kinderen werken. Vrouwen werken gemiddeld ruim 25 uur per week. Moeders met jonge kinderen tot en met 11 jaar nog iets meer.
Peuterspeelzaal wordt kinderopvang
In 2016 zijn er 768 centra voor dagopvang bijgekomen. Er zijn er nu 7499. Dat zijn er 11,4 procent meer dan in 2015. Dat hangt onder meer samen met de omvorming van peuterspeelzalen naar kinderopvanglocaties.
Ook het aantal locaties voor buitenschoolse opvang is in 2016 met 230 toegenomen. Daar zijn er nu 6648 van. Bij de gastouderopvang daalt het aantal plaatsen al jaren: er zijn nu 919 minder gastouders dan begin 2016.