Traditionele rolpatronen blijken hardnekkig.

Bij tweederde van de stellen in Nederland werken beide partners. Als er kinderen zijn, is de meest voorkomende combinatie een voltijdbaan plus een deeltijdbaan. Deze anderhalfverdieners zijn daar dik tevreden mee. Jonge stellen zonder kinderen hebben meestal twee voltijdbanen. Dat meldt het CBS.

In de afgelopen vijftien jaar is het aandeel anderhalfverdieners sterk gestegen, van 27 procent in 1992 naar 45 procent in 2007. Dit ging ten koste van het model met één kostwinnaar die voltijds werkt: dat aandeel stellen is gedaald van 49 procent in 1992 naar 27 procent in 2007.

Traditionele rollen
Bij de werkverdeling, volgen de stellen de traditionele rolpatronen. Want bij 92 procent van de anderhalfverdieners heeft de man een voltijdbaan en werkt de vrouw in deeltijd. In totaal steeg het aandeel paren waarvan beide partners betaald werk hebben van 46 procent in 1992 naar 66 procent in 2007.

Traditie of niet, de meeste paren zijn prima tevreden over de onderlinge verdeling van betaalde arbeid. De tevredenheid is met ruim 85 procent het hoogst bij stellen die voltijd en deeltijd combineren. Van de stellen die twee grote deeltijdbanen combineren is een bijna even groot aandeel tevreden over de verdeling.

Liefst nog minder werken
Van alle paren met twee voltijdbanen zou 18 procent liever minder willen werken. Meestal is het de vrouw die minder wil werken. Maar de tevredenheid is het laagst bij stellen met één voltijdbaan plus een partner zonder werk.