Sociaal akkoord zet loongroei op nul en AOW op 67
Afspraken om mensen aan het werk te houden.
Nu de economie in zwaar weer zit, bleken het kabinet, werkgevers en vakbonden op 24 maart in staat om een Sociaal akkoord te sluiten. Onderdelen van het akkoord zijn verregaande loonmatiging, AOW met 67 jaar en meer lucht voor pensioenfondsen.
Hoofddoel van de afspraken is om zo veel mogelijk mensen aan het werk te houden, of zo kort mogelijk werkloos. De werkloosheid zal wel oplopen, weten de sociale partners. Maar met de afspraken in het Sociaal akkoord moeten mensen zo snel mogelijk weer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, zodra de economie aantrekt.
Op aandringen van werkgevers en vakbonden is extra geld uitgetrokken voor het voorkomen en bestrijden van jeugdwerkloosheid en het bevorderen van scholing. Ook komt er extra geld voor deeltijd WW.
Zeven sporen voor aanpak werkloosheid
In het akkoord wordt de ontwikkeling van werkgelegenheid en het beperken van scholing langs zeven sporen aangepakt:
Spoor 1: actuele informatie over de arbeidsmarkt gebruiken
De afgelopen maanden is gedetailleerder arbeidsmarktinformatie beschikbaar gekomen. Daaruit blijkt er ondanks de recessie nog steeds vacatures zijn. Deze periodieke informatie wordt nu onder meer gebruikt door de mobiliteitscentra, brancheorganisaties en regio’s om mensen zo snel mogelijk van werk naar werk te begeleiden.
Spoor 2: betere arbeidsbemiddeling
Sinds 1 maart is er een landelijk dekkend netwerk van mobiliteitscentra. Daar worden grote groepen werklozen sneller en intensiever begeleid. Daar worden ook werkgevers, scholingsinstituten en de regio’s actief bij betrokken. Het
UWV Werkbedrijf gaat werkzoekenden vaker bemiddelen naar sectoren waar veel vacatures zijn, waar nodig met gerichte inzet van scholing.
Spoor 3: Vakkennis behouden door deeltijd WW
Per 1 april 2009 komt er een regeling voor deeltijd WW, waarmee vakkrachten in dienst kunnen blijven. De regeling geldt alleen voor bedrijven die voldoende gezond zijn om door de crisis heen te komen. Werkgevers krijgen zo de mogelijkheid de werktijd van een werknemer met ten hoogste 50% van de werktijd te verkorten. De werknemer ontvangt in die periode voor de niet gewerkte uren een WW-uitkering.
Spoor 4: Ondersteuning van arbeidsmobiliteit
Werkgevers en het UWV gaan beter samenwerken om werknemers naar ander werk te begeleiden, over over sectorgrenzen heen. Het kabinet maakt daar meer geld voor vrij.
Spoor 5: Gerichter scholen van medewerkers
Werkgever en werknemer zijn er beide verantwoordelijkheid voor dat de werknemer goed inzetbaar blijft door middel van scholing. De bestaande regelingen daarvoor, moeten beter worden benut.
Omscholing van met ontslag bedreigde werknemers naar een andere sector wordt financieel aantrekkelijker gemaakt. Dat gebeurt met een subsidie van 50% van de omscholingskosten tot een maximum van 2500 euro.
Ook worden EVC trajecten voor met ontslag bedreigde werknemers zonder startkwalificatie voor de helft door de overheid gefinancierd. Om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren worden in totaal 40 leerwerkloketten structureel gefinancierd.
Spoor 6: Kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt
De maatregelen die het kabinet in de afgelopen periode heeft genomen om de arbeidsmarktpositie van kwetsbare groepen te ondersteunen (brugbanen, loonkostensubsidies, premiekorting ouderen) blijven onverkort van kracht.
Als er geen reguliere arbeid beschikbaar is, moeten werkzoekenden wel ‘fit worden gehouden’ voor de arbeidsmarkt. Minister Donner doet hier later nog voorstellen voor.
Spoor 7: Jeugdwerkloosheid bestrijden
Gemeenten kunnen binnenkort gebruik maken van de
Wet investeren in
Jongeren (WIJ). Daarmee kunnen ze jongeren tot 27 jaar ondersteunen door ze een werkleeraanbod te doen.
De gemeenten kunnen jongeren scholing, stages of werkervaringsplaatsen aanbieden om beroepsvaardigheden op peil te houden of nieuwe vaardigheden te verwerven. Deze zijn nodig voor betere kansen op de arbeidsmarkt. Daarnaast moet ook voortijdig schoolverlaten worden gestopt.
Er komt extra geld beschikbaar voor de positie van jongeren op de arbeidsmarkt. Binnenkort komt daar een plan voor, dat eerst met de sociale partners wordt besproken.
Loonstijging en koopkracht richting naar nul
Het kabinet en de sociale partners willen de koppeling tussen lonen en uitkeringen in stand houden. Huidige Cao’s worden niet opengebroken, maar voor werknemers in de collectieve sector zet het kabinet de loonontwikkeling daarna wel op nul.
Van sociale partners wordt ook verwacht dat ze in alle nieuwe Cao’s voorlopig geen loonsverhoging meer afspreken. Het kabinet belooft in ruil daarvoor de lasten voor 2009 en 2010 niet al te veel te verhogen, zodat een ‘evenwichtige koopkrachtontwikkeling’ mogelijk is. Ook provincies en gemeenten moeten lastenverzwaringen in deze jaren zo veel mogelijk achterwege laten.
Meer lucht voor pensioenfondsen, later met AOW
Het kabinet gaat de AOW-leeftijd verhogen naar 67 jaar. De
Sociaal Economische Raad (SER) krijgt nog wel de gelegenheid om voor 1 oktober 2009 advies te geven over een alternatief dat ook 4 miljard euro aan bezuinigingen oplevert. Bij de definitieve besluitvorming door het kabinet zal dit SER-advies een zwaarwegende rol spelen.
Pensioenfondsen in zware problemen, hoeven pas vanaf 1 januari 2012 op pensioenen te korten, als hun herstelplannen niet meteen een hogere dekkingsgraad opleveren.
De toekomstige ontwikkeling van de economie blijft lastig in te schatten. Daarom blijft toezichthouder
De Nederlandsche Bank (DNB) de positie van de fondsen goed in de gaten houden. Medio 2010 zullen minister Donner en DNB met de
Stichting van de Arbeid en de pensioenkoepels overleggen over de vraag of het uitstellen van pensioeningrepen ook dan nog verantwoord is.
© Ook van dit artikel berust het auteursrecht bij Personeelsnet Media, te Den Haag. U mag dit artikel niet herpubliceren zonder bron- en linkvermelding.