Aan de top en toch het thuisfront blijven zien.

Een kwart van de jonge managers wil doorstoten naar de top van een grote organisatie. Eenmaal daar aangekomen, gaan ze wel een andere managementstijl hanteren. Bovendien willen ze ook voldoende tijd overhouden voor hun privéleven.

Dat blijkt uit het onderzoek 'Over de top' van Twynstra Gudde Interim Management. Het onderzoek is uitgevoerd door Ruigrok|Netpanel onder 600 managers tussen 30 en 40 jaar, die in een organisatie met minimaal 250 medewerkers werken.

Aankomende topmanagers willen een andere managementstijl gaan hanteren. Ook vinden ze andere competenties belangrijker dan het huidige topmanagement laat zien. Autoriteit maakt plaats voor inspiratie, terwijl analytisch vermogen wordt verruild voor communicatieve vaardigheden.

Thuisfront niet verwaarlozen
Van de jonge managers is 28 procent echt ambitieus, maar het bereiken van de top is vooral een ambitie voor de groep tot 35 jaar (64 procent). Daarna lijkt de ambitie af te vlakken. Voor acht op de tien managers is een goede balans tussen werk en privé de belangrijkste ambitie.

Ook de managers die een topfunctie nastreven, willen hun privéleven niet verwaarlozen. De belangrijkste reden om een bestuurszetel af te wijzen (73%) is dat de manager dan 'het thuisfront minder ziet'.

In beeld komen
Om zélf de top te bereiken, werken jonge managers vooral hard. Dat is opvallend, want ze vinden dit zelf niet de meest succesvolle manier om een bestuurszetel te veroveren. Zelf zijn echter niet erg actief met netwerken.

Managers die de absolute top willen bereiken, zorgen vooral dat ze door hun resultaten in beeld komen bij het hoogste management. Ze onderhouden ook wel contacten met de top en steken vaker hun nek uit.

Nog wat naïef
De jonge managers zijn volgens Jacob Dijkstra, partner bij Twynstra Gudde Interim Management, nogal naïef als ze de belangrijkste managementuitdagingen van de komende 10 jaar benoemen. Daar voeren namelijk interne zaken als ‘talentmanagement’ en ‘innovatie & technologie’ de lijst aan.

Dat duidt er volgens Dijkstra op dat de nieuwe generatie managers nog geen volledig beeld heeft van een topfunctie, waar het juist ook gaat om externe oriëntatie, samenwerking, uitbesteden en verantwoording.