Werknemers die nu thuiswerken, ontvangen vaak nog een vaste reiskostenvergoeding die gebaseerd is op de tijden dat ze nog iedere dag naar hun werk gingen. Vanaf 2021 mag dat niet meer en moet de vaste vergoeding gebaseerd zijn op hun werkelijke reispatroon. De invoering van deze regel gaat echter pas op 1 februari 2021 in.
Werkgevers krijgen een maand uitstel om de vaste reiskostenvergoeding te berekenen, blijkt uit de bekendmaking over het steun- en herstelpakket. Het kabinet neemt de eerste maand van 2021 nog een besluit over hoe het na die datum gaat.
Vaste kostenvergoeding vanaf februari wijzigen
Tussen werkgever en werknemer zijn vaak afspraken gemaakt over vaste vergoedingen. Bijvoorbeeld voor de reiskosten van en naar werk of een lunchvergoeding. Door de coronacrisis werken mensen zoveel mogelijk thuis en hebben zij minder (reis)kosten. Het kabinet heeft eerder besloten dat thuiswerken door de coronacrisis geen invloed had op de vaste (reis)kostenvergoeding.
Tot en met 31 januari 2021 mag de werkgever blijven uitgaan van het (reis)patroon waarop de vergoeding was gebaseerd. Voorwaarde hierbij is wel dat de werknemer al recht had op de vaste vergoeding voor 12 maart 2020. In januari komt het kabinet terug op hoe het na 31 januari 2021 om wil gaan met de onbelaste vaste reiskostenvergoedingen. Wordt vervolgd, dus.
Reiskostenaftrek werknemer zonder vergoeding
Werknemers werken nu veel meer thuis. Als zelfgemaakte reiskosten voor de werknemer tijdens de coronacrisis doorlopen, mag de werknemer deze voor het jaar 2020 van de inkomstenbelasting aftrekken, alsof hij/zij wel gewoon naar het werk is gegaan. Dit is bijvoorbeeld van toepassing voor werknemers die een doorlopend ov-abonnement hebben.