Bij zes van de tien bedrijven bestaat een vakantiestuwmeer waarbij medewerkers tot 3 weken vakantie tegoed hebben. Dat staat gelijk aan een loonbedrag van 16 miljard euro. Mogelijk wordt het stuwmeer binnenkort kleiner, omdat vanaf 1 juli 2013 de eerste wettelijke vakantiedagen van 2012 al vervallen.
Het totale stuwmeer aan vakantiedagen is in twee jaar opgelopen tot 16 miljard euro, meldt werkgeversvereniging AWVN, die zijn leden daarom adviseert werknemers (eventueel collectief) vakantie op te laten nemen.
Vakantiedagen 2012 vervallen per 1 juli
Een vakantiestuwmeer is niet goed voor werkgevers, maar ook niet voor werknemers. Wanneer zij te veel werken ligt uitval door stress en ziekte op de loer. De wetgever heeft daarom sinds 2012 bepaald dat de wettelijke vakantiedagen in anderhalf moeten worden opgenomen. Wie zijn vakantie niet volledig opneemt heeft pech, omdat de rest dan vervalt.
Daardoor vervallen per 1 juli 2013 de wettelijke vakantiedagen van werknemers die zijn opgebouwd in 2012. Dit is de eerste keer dat wettelijke vakantiedagen op deze korte termijn vervallen. Bovenwettelijke vakantiedagen blijven vijf jaar geldig. Overigens kunnen in de cao afwijkende afspraken zijn gemaakt. Ook mogen werkgevers individuele afspraken maken met werknemers, als die bijvoorbeeld willen sparen voor een langere vakantie over een paar jaar.
Vakantiedagen collectief opnemen
Volgens de AWVN heeft 59 procent van de bedrijven een stuwmeer-probleem. Bij die ondernemingen hebben de werknemers een gemiddeld overschot van 21 dagen uit vorige jaren (exclusief de dagen van 2013). Bij de bedrijven die aangeven geen probleem te ervaren, bedraagt het gemiddelde overschot nog altijd 9 dagen.
AWVN adviseert werkgevers om naar mogelijkheden te zoeken de vakantiedagen op te laten nemen, eventueel door collectieve sluiting van het bedrijf. Dat zou dan in het arbeidsvoorwaardenoverleg moeten worden afgesproken. AWVN: ‘ Zowel ondernemingen als werknemers hebben baat bij het opnemen van vakantiedagen. Het is goed voor de bedrijfswinst en draagt bij aan de continuïteit en de werkgelegenheid van de onderneming. Juist in een tijd waarin veel bedrijven overcapaciteit hebben, is dit een kans om leegloop te voorkomen.’