Vakcentrales vinden verhogen AOW-leeftijd niet nodig
Wie wel wil doorwerken, moet meer rechten krijgen.
De Tweede Kamer behandelt binnenkort een wetsvoorstel over het verhogen van de AOW-leeftijd. Het kabinet wil daarmee mogelijk maken dat meer mensen na hun 65e blijven werken. Vakcentrales CNV, FNV en MHP betogen in een brief aan het kabinet dat flexibilisering van de AOW niet nodig is.
De Sociaal Economische Raad (het overleg van de sociale partners) heeft in maart 2006 al een advies gegeven over het onderwerp. De bonden vinden dat de inhoud van dat advies ook in 2009 nog steeds van toepassing is.
Al flexibel genoeg
In het advies beoordeelt de SER voor- en nadelen van een individuele keuzemogelijkheid voor zowel een hogere als een lagere AOW-leeftijd. Daaruit komt het beeld naar voren dat er nu al veel mogelijk is om flexibel met pensioen te gaan en het dus niet nodig is om de AOW te flexibiliseren.
Zo is het volgens de bonden al mogelijk om met behoud van de AOW-uitkering door te werken, terwijl het incasseren van de AOW-uitkering financieel voordeliger kan zijn dan het uitstellen daarvan.
Bovendien kost flexibiliseren van de AOW-leeftijd geld voor uitvoering en administratie, terwijl er ook nu al volop mogelijkheden om het pensioen eerder of later in te laten gaan.
Doorwerken tot 65 stimuleren
CNV, FNV en MHP vinden dat het kabinet beter beleid kan maken om iedereen door te laten werken tot de huidige pensioenleeftijd van 65 jaar. Dit is vooral relevant omdat vanwege de economische crisis momenteel veel 65-minners hun baan dreigen te verliezen.
Als werknemers dat willen, moet het volgens de bonden wel mogelijk zijn om door te werken tot na hun 65e. De vakbonden denken dat een groeiende groep werknemers wel moet doorwerken vanwege tekorten in de pensioenopbouw. Daarom moet het recht op doorwerken worden verbeterd. Ook moeten 65-plussers en 65-minners gelijk worden behandeld, dus met hetzelfde loon en dezelfde arbeidsvoorwaarden.