Niet in 2014, maar pas een jaar later (in 2015), moeten werkgevers verplicht de werkkostenregeling invoeren. Tijdens het uitstel gaat de regeling op schop, want het lukt maar niet om werkgevers te overtuigen van de voordelen om vergoedingen en verstrekkingen te doen met de werkkostenregeling.

Nog geen twintig procent van de werkgevers maakt nu gebruik van de werkkostenregeling, terwijl eind dit jaar het mes zou vallen en de regeling verplicht zou worden. De afgelopen jaren mochten werkgevers steeds kiezen of ze nog gebruik wilden maken van het bestaande regime. Dat deden ze massaal, want ondanks dat het bestaande regime zo zijn eigenaardigheden kent, wordt er al jaren mee gewerkt en zijn formulieren en software helemaal op het bestaande systeem van vergoedingen en verstrekkingen ingesteld.

Werkkostenregeling is onbegrijpelijk
De meeste werkgevers zien helemaal geen voordelen in de werkkostenregeling. Ze vinden het principe oneerlijk dat de ‘vrije ruimte’ om vergoedingen te doen, meegroeit met de totale loonsom. Zo kunnen kleinere bedrijven met een actieve buitendienst en medewerkers met gematigde lonen, bijvoorbeeld minder belastingvrij vergoeden dan een advocatenkantoor waar iedereen met hoge lonen meestal op kantoor zit.

Verder zijn er verwarrende uitzonderingen voor allerlei vergoedingen die dan weer wel, dan weer niet onder de ‘vrije ruimte’ vallen. Daarbij speelt ook de angst dat vergoedingen alsnog belastbaar zijn bij een overschrijding van de vrije ruimte. Want dan wordt de werkgever voor 80 procent aangeslagen en daar zit geen ondernemer op te wachten. Werkgevers blijven het invoeren van de werkkostenregeling daarom zo veel mogelijk uitstellen, terwijl ze dit jaar eigenlijk hard zouden moeten werken aan de invoering ervan, die per 1 januari 2014 definitief zou zijn.

Weekers gaat regeling vereenvoudigen
Maar na verschillende evaluaties gaat de politiek verantwoordelijke, staatssecretaris Frans Weekers van Financiën, nu overstag. Weekers gaat de werkkostenregeling vereenvoudigen ‘en daarmee aantrekkelijker maken voor het mkb’, ondermeer door de administratieve lasten te verminderen.

Volgens Weekers kan dat door de wetgeving in de loonbelasting beter te laten aansluiten bij wat werkgevers in de praktijk als loon beschouwen. Als er ‘voldoende maatschappelijk draagvlak is’, wil staatssecretaris Weekers de regeling nog verder vereenvoudigen.

Vergoeden als het voor werk noodzakelijk is
Weekers onderzoekt of het mogelijk is om het ‘werkplekcriterium’ te vervangen door een algemenere toets, zoals het ‘noodzakelijkheidscriterium’. Als een werkmiddel dan voor het werk noodzakelijk is, hoeft de werkgever in de loonberekening niet langer rekening te houden met eventueel voordeel van privégebruik. Weekers belooft zo bijvoorbeeld geen ingewikkelde criteria meer voor het verstrekken van een tablet of notebook.

Daarnaast zal de cyclus voor afdracht aan de Belastingdienst in lijn worden gebracht met de btw-aangifte. De meeste mkb-ondernemers geven nu per kwartaal de btw aan, terwijl de loonafdracht en de bijbehorende afdrachtberekening juist maandelijks moet worden gedaan.

Raadpleging via internet
Weekers gaat (mkb-)werkgevers via internet diverse verbetermogelijkheden voorleggen. De resultaten daarvan worden binnen enkele weken naar de Tweede Kamer gestuurd.

Om werkgevers en loonadministrateurs voldoende voorbereidingstijd te geven om de wijzigingen van de regeling te verwerken, wordt de werkkostenregeling nu pas op 1 januari 2015 verplicht. Tot die tijd mogen werkgevers nog kiezen voor het bestaande regime van vergoedingen en verstrekkingen.