Vakliteratuur en internet zijn populair.
Zowel werkenden als werklozen spijkeren hun kennis vaker bij door zelfstudie dan mensen die niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Zo’n 36 procent van de werkenden en werklozen doet aan zelfstudie, terwijl 14 procent van de arbeidsongeschikten, 17 procent van de gepensioneerden en 15 procent van de huismannen en -vrouwen bijleren door zelfstudie. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek vandaag in zijn webmagazine.
Mannen doen meer aan zelfstudie dan vrouwen: 32 procent van de mannen en 27 procent van de vrouwen verbreedt zijn of haar kennis door zelfstudie. Bestudering van vakliteratuur is de meest voorkomende vorm van zelfstudie. Zo’n 20 procent van de bevolking (15–75 jaar) bestudeert dergelijke literatuur. Ongeveer 15 procent leert of oefent via het internet. Bibliotheken en educatieve centra worden bezocht door 12 procent van de bevolking. Zo’n 8 procent volgt een educatieve uitzending via audio, video of computer.
Het grootste aandeel zelfstuderenden komt voor in de leeftijdsgroep 25–29 jaar: 37 procent van deze jongeren doet aan zelfstudie. Het aandeel personen van 30–50 jaar dat door zelfstudie bijleert ligt rond 35 procent. Vanaf 50-jarige leeftijd wordt minder aan zelfstudie gedaan. Toch leert nog 15 procent van de ouderen (70–74 jaar) door zelfstudie bij.
Redactie Personeelsnet