Werknemers langer laten doorwerken, wordt bemoeilijkt door het voorsorteren op de pensionering. Al jaren voor de pensioendatum tonen werknemers minder interesse in hun werk, terwijl de werkgever ook niet meer in hen investeert om bij te blijven. Tegelijkertijd willen steeds meer mensen na hun pensionering op één of andere manier actief blijven op de arbeidsmarkt. Dat zegt de Tilburgse hoogleraar pensioensociologie Kène Henkens. "Ruim voor het moment dat men daadwerkelijk stopt met werk, wordt de remweg ingezet en gaat de werknemer anticiperen op het stoppen met werken", constateert Kène Henkens in zijn inaugurele reden als hoogleraar pensioensociologie aan de Universiteit van Tilburg. "Dit anticiperen uit zich in een verminderde interesse in en belangstelling voor werkgerelateerde zaken." Ontzie-maatregelen Maar ook de werkgever maakt zich schuldig aan dit voorsorteren. Driekwart van de Nederlandse werkgevers associeert veroudering van hun personeelsbestand met toenemende arbeidskosten. Daarnaast verwacht 40% dat oudere werknemers minder productief zijn. Volgens de hoogleraar zijn er twee belangrijke middelen om ervoor te zorgen dat de arbeidsproductiviteit en de kosten niet teveel uiteenlopen: scholing om de productiviteit te verhogen en/of demotie om het loon méér in overeenstemming te brengen met de arbeidsproductiviteit. Het valt Henkens echter op dat deze maatregelen juist niet worden genomen. In tegendeel: in CAO’s zijn vooral "ontzie-maatregelen" te vinden voor oudere werknemers: zoals extra verlof, taakverlichting en seniorenregelingen. Slecht functioneren gedoogd Werkgevers investeren doorgaans niet meer in oudere werknemers die ondermaats presteren. "De praktijk is er eerder een van marginalisering; het slecht functioneren wordt gedoogd. Of de werknemers worden geïsoleerd zodat anderen er zo min mogelijk last van hebben. Niet alleen bij werknemers, maar ook bij leidinggevenden lijkt het proces van mentaal afscheid nemen veel eerder aan te vangen dan de pensioenleeftijd." Vervagende grens tussen werk en pensioen Henkens signaleert dat de grens tussen werk en pensioen steeds meer vervaagt. Hij bedoelt hier overigens niet mee dat werknemer en werkgever zich in de laatste jaren voor de pensionering al gedragen alsof de medewerker al met pensioen is en van hem of haar niks meer mag worden verwacht. Want tegenover het insukkelen vóór de pensioenleeftijd, is er ook een groeiende trend van mensen die na hun pensionering aan het werk willen blijven. Bij de huidige zestigplussers ziet de Tilburgse hoogleraar "een breed palet aan verschillende vormen van doorstartende gepensioneerden; als oproepkracht bij de oude werkgever, als kleine zelfstandige of gewoon in loondienst". "Sommigen geven hun carrière een radicaal andere wending. Anderen gaan door met die taken van hun oude baan die de meeste bevrediging gaven." Kansen voor werkgevers Met de krappere arbeidsmarkt in aantocht bieden de doorwerkende 60-plussers kansen voor werkgevers. Want in de periode 2002 tot 2007 steeg het aandeel vroeggepensioneerden dat weer actief werd op de arbeidsmarkt: van 16 tot 23%. Het percentage dat wel de ambitie heeft te werken, maar géén werk wist te vinden nam ook toe: van 6 tot 10%. Ook via Twitter kun je Personeelslog volgen: Twitter.com/Personeelslog.
Werknemers langer laten doorwerken, wordt bemoeilijkt door het voorsorteren op de pensionering. Al jaren voor de pensioendatum tonen werknemers minder interesse in hun werk, terwijl de werkgever ook niet meer in hen investeert om bij te blijven.
Tegelijkertijd willen steeds meer mensen na hun pensionering op één of andere manier actief blijven op de arbeidsmarkt. Dat zegt de Tilburgse hoogleraar pensioensociologie Kène Henkens.
"Ruim voor het moment dat men daadwerkelijk stopt met werk, wordt de remweg ingezet en gaat de werknemer anticiperen op het stoppen met werken", constateert Kène Henkens in zijn inaugurele reden als hoogleraar pensioensociologie aan de Universiteit van Tilburg.
"Dit anticiperen uit zich in een verminderde interesse in en belangstelling voor werkgerelateerde zaken."
Ontzie-maatregelen
Maar ook de werkgever maakt zich schuldig aan dit voorsorteren. Driekwart van de Nederlandse werkgevers associeert veroudering van hun personeelsbestand met toenemende arbeidskosten. Daarnaast verwacht 40% dat oudere werknemers minder productief zijn.
Volgens de hoogleraar zijn er twee belangrijke middelen om ervoor te zorgen dat de arbeidsproductiviteit en de kosten niet teveel uiteenlopen: scholing om de productiviteit te verhogen en/of demotie om het loon méér in overeenstemming te brengen met de arbeidsproductiviteit.
Het valt Henkens echter op dat deze maatregelen juist niet worden genomen. In tegendeel: in CAO’s zijn vooral "ontzie-maatregelen" te vinden voor oudere werknemers: zoals extra verlof, taakverlichting en seniorenregelingen.
Slecht functioneren gedoogd
Werkgevers investeren doorgaans niet meer in oudere werknemers die ondermaats presteren.
"De praktijk is er eerder een van marginalisering; het slecht functioneren wordt gedoogd. Of de werknemers worden geïsoleerd zodat anderen er zo min mogelijk last van hebben. Niet alleen bij werknemers, maar ook bij leidinggevenden lijkt het proces van mentaal afscheid nemen veel eerder aan te vangen dan de pensioenleeftijd."
Vervagende grens tussen werk en pensioen
Henkens signaleert dat de grens tussen werk en pensioen steeds meer vervaagt. Hij bedoelt hier overigens niet mee dat werknemer en werkgever zich in de laatste jaren voor de pensionering al gedragen alsof de medewerker al met pensioen is en van hem of haar niks meer mag worden verwacht.
Want tegenover het insukkelen vóór de pensioenleeftijd, is er ook een groeiende trend van mensen die na hun pensionering aan het werk willen blijven.
Bij de huidige zestigplussers ziet de Tilburgse hoogleraar "een breed palet aan verschillende vormen van doorstartende gepensioneerden; als oproepkracht bij de oude werkgever, als kleine zelfstandige of gewoon in loondienst".
"Sommigen geven hun carrière een radicaal andere wending. Anderen gaan door met die taken van hun oude baan die de meeste bevrediging gaven."
Kansen voor werkgevers
Met de krappere arbeidsmarkt in aantocht bieden de doorwerkende 60-plussers kansen voor werkgevers. Want in de periode 2002 tot 2007 steeg het aandeel vroeggepensioneerden dat weer actief werd op de arbeidsmarkt: van 16 tot 23%. Het percentage dat wel de ambitie heeft te werken, maar géén werk wist te vinden nam ook toe: van 6 tot 10%.
Ook via Twitter kun je Personeelslog volgen: Twitter.com/Personeelslog.