Werkgever moet onschuld bewijzen bij seksuele intimidatie
Eerste Kamer stemt in met wijziging Wet gelijke behandeling.
Als een werkgever met een klacht over (seksuele) intimidatie op het werk naar de rechter stapt, kan deze besluiten om de bewijslast te verschuiven naar de werkgever. Dat kan als de werknemer zo veel feiten aandraagt, dat de rechter vermoedt dat er inderdaad sprake is van (seksuele) intimidatie op het werk.
Dit staat in het wetsvoorstel om het verbod op intimidatie én seksuele intimidatie op te nemen in de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het Burgerlijk Wetboek. De Eerste Kamer heeft nu ingestemd met het wetsvoorstel. Met de wijziging voldoet Nederland aan een Europese richtlijn over werknemers beter beschermd tegen seksediscriminatie.
Wanneer de rechter de bewijslast verschuift naar de werkgever, moet de werknemer nog steeds aantonen dat de (seksuele) intimidatie heeft plaatsgevonden. De werkgever moet daarnaast bewijzen dat hij er alles aan heeft gedaan om het te voorkomen. De nieuwe regels worden november 2006 van kracht.