Werknemers van 55 tot en met 64 jaar denken gemiddeld anderhalf jaar langer te kunnen doorwerken dan nu de praktijk is. Wel zijn er flinke verschillen tussen verschillende beroepsgroepen.

Dit zijn resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2011 die eind vorig jaar is uitgevoerd door TNO en CBS. Eind 2011 is door TNO en CBS aan bijna 23 duizend werknemers gevraagd tot welke leeftijd zij denken - lichamelijk en geestelijk - in staat te zijn om hun huidige werk voort te zetten. Gemiddeld over alle werknemers van 55 tot en met 64 jaar was dat tot 64,7 jaar.

Meer informatie over de resultaten van het onderzoek, kunt u lezen in het artikel werknemers die zelf hun werk inrichten kunnen langer doorwerken van Personeelslog. 

Beroepsgroepen
De leeftijd tot waarop oudere werknemers verwachten te kunnen doorwerken varieert tussen de beroepsgroepen van gemiddeld 63,8 jaar tot 66,0 jaar. Leidinggevenden en vakspecialisten denken het langst te kunnen doorwerken, werknemers in de gezondheidszorg- en ambachtelijke, industriële en agrarische beroepen het minst lang.

Wel ligt de leeftijd tot waarop deze groepen denken te kunnen doorwerken nog altijd bijna een jaar hoger dan de daadwerkelijke leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan.

Lichamelijke belasting
De verschillen tussen de beroepsgroepen in hoe lang de werknemers verwachten te kunnen doorwerken, hangen voor een groot deel samen met verschillen in arbeidsomstandigheden. Naarmate de lichamelijke belasting in het beroep groter is verwacht men minder lang te kunnen doorwerken. Dit betreft vooral ambachtelijke, industriële en agrarische beroepen.

Ook de geestelijke arbeidsbelasting hangt samen met de leeftijd tot waarop werknemers denken te kunnen doorwerken: werknemers die hun werk zelf kunnen inrichten en regelen verwachten over het algemeen langer te kunnen doorwerken dan werknemers met minder autonomie in het werk.