Aansturen van bovenaf was meestal het antwoord op schaalvergroting, efficiëntie en coördinatie. Maar nieuw leiderschap gaat over sociale innovatie, slimmer en prettiger werken, eigen initiatief en het nemen van verantwoordelijkheid.
Het leidinggeven op basis van hiërarchie en een strikte scheiding van rollen en functies heeft zijn langste tijd gehad, stelt bedrijfskundige en psycholoog Ber Damen in 'Het Berenschot Leiderschapsboek', dat onlangs is verschenen. Damen is directielid van adviesbureau Berenschot en heeft zestien jaar ervaring in management en leidinggeven in professionele organisaties.
Tijdperk alwetende leider verdwijnt
Het harkmodel, met de bekende aansturing van bovenaf, was in oude tijden vaak het passende antwoord op vraagstukken als schaalvergroting, efficiëntie en coördinatie. Maar bij noodzakelijke innovatie, wendbaarheid en ondernemerschap kunnen bedrijven en organisaties er niet meer mee uit de voeten.
De tijd van alwetende leiders aan de top van de hark is voorbij, meent Damen. ‘Het gaat steeds vaker over sociale innovatie, slimmer en prettiger werken, autonomie, ruimte voor eigen initiatief en het nemen van verantwoordelijkheid. Met alleen een mechanisme van 'command & control' kom je er niet meer’.
Naar een breed pannenkoekmodel
Door moderne communicatiemiddelen wordt informatie in de lagen tussen werkvloer en leiding steeds vaker en sneller gedeeld. Daardoor vergaren de mensen 'onderaan' sneller en meer informatie dan hun leidinggevenden bovenaan.
Damen spreekt in dat verband van 'een geleerde hulpeloosheid in de leiding van veel bedrijven waar men geen idee meer heeft van wat er zich onderaan afspeelt'. In plaats van het harkmodel bepleit hij een breed uitwaaierend en gedeeld pannenkoekmodel.
Leiderschap wordt zaak van iedereen
Binnen excellerende bedrijven en organisaties wordt leiderschap een zaak van iedereen. Hoe de leiding wordt verdeeld en wie de leiding neemt of krijgt, wordt bepaald door de specifieke expertise, competentie en bekwaamheid van de mensen in het team. Dat bepaalt hoe het aanwezige talent wordt ingezet.
Damen signaleert een te groot geloof in wat hij ‘de maakbaarheid van leiderschap’ noemt. Niet uniformiteit, maar uniciteit wordt de bepalende factor voor leiderschap. Het leiderschap in veel bedrijven en organisaties blijft volgens hem hierdoor gefundeerd op verouderde mechanismen en technologieën, vaak nog gebaseerd op de tweede industriële revolutie.