De AOW-leeftijd stijgt vanaf 2026 mee met de levensverwachting, maar gaat in 2027 nog niet omhoog. Dit komt omdat de levensverwachting van 65-plussers niet omhoog gaat. Voor het kalenderjaar 2027 blijft de AOW-leeftijd daarom op 67 jaar steken.
Dat schrijft demissionair Staatssecretaris Wiersma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.
In de Algemene Ouderdomswet (AOW) is de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd vastgelegd. Vanaf 2026 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. De aanpassing van de AOW-leeftijd hangt dan af van de gemiddelde resterende levensverwachting van 65-jarigen in Nederland.
Levensverwachting leidt niet tot latere AOW
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakt ieder jaar een prognose van de resterende levensverwachting op 65 jaar. Aan de hand van de prognose wordt volgens de Algemene Ouderdomswet de toekomstige AOW-leeftijd vastgesteld.
Het CBS gaat in de nieuwe prognoses uit van een gemiddeld resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd van 20,93 in 2027 en van 21,62 in 2033. Gevolg is dat de AOW-gerechtigde leeftijd voor 2027 niet wordt verhoogd. Deze blijft net als in 2026 vastgesteld op 67 jaar.
AOW vanaf 2024 naar 67 jaar
Volgens de Algemene Ouderdomswet wordt de AOW-leeftijd in 2024 al wel 67 jaar. Ook voor 2025, 2026 en 2027 blijft de AOW-leeftijd op 67 jaar. Voor de jaren erna wordt de verhoging van de AOW-leeftijd opnieuw bepaald aan de hand van de CBS-prognose van de levensverwachting.