Arbeidstoets bij verdringing door werknemers nieuwe EU-landen
Alleen werkvergunning als er geen Nederlandse werknemers zijn.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdt in de gaten of de arbeidsmarkt ernstig verstoord wordt door werknemers uit Polen en zeven andere nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Als er teveel Nederlanders van hun arbeidsplaats worden verdrongen, mag het CWI alleen een tewerkstellingsvergunning afgeven als er in Nederland geen geschikte kandidaten voor de betreffende baan beschikbaar zijn.
Het kabinet heeft eind maart besloten om, na het nemen van maatregelen tegen oneerlijke concurrentie en onderbetaling, vanaf 1 januari 2007 over te gaan tot vrij verkeer van werknemers uit Polen en zeven andere landen die sinds 1 mei 2004 lid zijn van de Europese Unie. Werknemers uit die landen moeten vanaf dat moment gelijk worden behandeld als werknemers uit Nederland. Ze hebben dan ook geen tewerkstellingsvergunning meer nodig.
Vooruitlopend op volledig vrij verkeer van werknemers, heeft het kabinet besloten de tewerkstellingsvergunningen vanaf 1 mei 2006 al soepeler en sneller af te geven. Het CWI toetst uitsluitend nog of de beloning en de huisvesting van de betrokken werknemers aan de eisen voldoen.
Arbeidsmarkttoets
Het kabinet houdt wel de mogelijkheid open om in een beperkt aantal sectoren vast te houden aan een 'arbeidsmarkttoets', ook na 1 januari 2007. Dat gebeurt als de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt aangeven, dat de te verwachten arbeidsmigratie uit de nieuwe EU-lidstaten zodanig van omvang is dat zij in de desbetreffende sectoren de arbeidsmarkt ernstig zal verstoren.
Mocht in een bepaalde sector een grote instroom in de WW plaatsvinden die gerelateerd kan worden aan de afgifte van tewerkstellingsvergunningen in de desbetreffende sector, dan kan dat een signaal zijn om in de periode tussen 1 mei 2006 en 1 januari 2007 de arbeidsmarkttoets in de desbetreffende sector opnieuw in te voeren.