Met 65 jaar is de arbeider versleten. De laatste maanden van zijn leven hoeft hij niet te meer te werken. Met dat beeld voor ogen richtte Otto von Bismarck het eerste pensioenfonds ter wereld op. Nu we met z'n allen gemiddeld veel ouder en veel gezonder oud worden, staat de pensioenleeftijd ter discussie. De discussie hierover is ingewikkeld. Er zijn belangen van verschillende generaties in het geding. En ook binnen de generaties kunnen de meningen flink uiteen lopen. Zo zijn er veel werknemers die al jaren de dagen aftellen totdat ze eindelijk met pensioen mogen. In het politieke debat krijgt de Z(ieligheids)-factor vaak de nadruk: de stratenmaker met de versleten knieën, de ziekenverzorgster die niet meer zo goed kan tillen. Eindelijk begint ook de tegenbeweging te roeren: Senior Powerrrrr. Natuurlijk waren er altijd al kleurrijke uitzonderingen die de schijnwerpers van de roem in hun werk niet konden missen, zoals Prof. dr. Smalhout. Tegenwoordig is deze Telegraaf-columnist ook ambassadeur van de stichting Senior Werkt. Er is nu een burgerbeweging opgestaan van babyboomers die zich niet uit het werk willen laten drukken: ILC Zorg voor Later. Zij verzet zich tegen het beeld van ouderen als "een afhankelijke en profiterende generatie". ILC Zorg voor Later daagt met het manifest 'Verzilver de vergrijzing' de politiek uit om vergrijzing niet langer als een probleem te benaderen, maar als 'veelbelovende kans'. Als woordvoerder trad Jacques Schraven (oud-topman van Shell en van VNO-NCW) op. "Nog nooit werden zoveel Nederlanders oud in zo’n goede gezondheid en onder zulke goede sociale en economische omstandigheden; een ongekende maatschappelijke prestatie. Deze nieuwe generatie kan nog jarenlang van onschatbare waarde zijn voor ons land. Mensen tussen de 55 en 75 jaar die vitaal, actief, initiatiefrijk en vaak ook (kapitaal)krachtig zijn, die hun maatschappelijke verantwoordelijkheden willen nemen en bovendien gewend zijn om zelfstandig keuzes te maken", aldus Schraven. Erg concreet is het manifest overigens niet. De opstellers kijken vooral naar politiek Den Haag. Dat schiet niet op. Want in de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen zijn weinig concrete plannen terug te vinden om ouderen aan het werk te houden. Hoe moet het dan wel? Misschien moeten we eerst maar eens af van algemene oplossingen die voor alle ouderen en voor alle bedrijven moeten gelden. Dus maatwerk voor ouderen die niet achter de geraniums willen, maar ook voor werkgevers. Zo moeten organisaties niet worden verplicht om werknemers langer dan de afgesproken pensioenleeftijd in dienst te houden. Als werknemers willen doorwerken, zullen zij over kennis, vaardigheden en vooral over motivatie moeten beschikken om werkgevers te overtuigen. Waarom geven we ouderen niet de kans om iets te doen wat ze echt leuk of nuttig vinden? En dat hoeft niet hetzelfde werk te zijn dat ze voor hun (vervroegde) pensionering deden. Waarom geven we senior-werknemers de laatste jaren voor hun pensioen niet de mogelijkheid om zich voor te bereiden op een nieuwe loopbaan? Nu we toch innovatief willen zijn: kan dit niet zonder Den Haag? Want als de politiek dit gaat dichtregelen, zijn ouderen en werkgevers alleen maar bezig met formulieren, vergunningen en verklaringen. Het moet wel leuk blijven!
Met 65 jaar is de arbeider versleten. De laatste maanden van zijn leven hoeft hij niet te meer te werken. Met dat beeld voor ogen richtte Otto von Bismarck het eerste pensioenfonds ter wereld op. Nu we met z'n allen gemiddeld veel ouder en veel gezonder oud worden, staat de pensioenleeftijd ter discussie.
De discussie hierover is ingewikkeld. Er zijn belangen van verschillende generaties in het geding. En ook binnen de generaties kunnen de meningen flink uiteen lopen. Zo zijn er veel werknemers die al jaren de dagen aftellen totdat ze eindelijk met pensioen mogen. In het politieke debat krijgt de Z(ieligheids)-factor vaak de nadruk: de stratenmaker met de versleten knieën, de ziekenverzorgster die niet meer zo goed kan tillen. Eindelijk begint ook de tegenbeweging te roeren: Senior Powerrrrr.
Natuurlijk waren er altijd al kleurrijke uitzonderingen die de schijnwerpers van de roem in hun werk niet konden missen, zoals Prof. dr. Smalhout. Tegenwoordig is deze Telegraaf-columnist ook ambassadeur van de stichting Senior Werkt.
Er is nu een burgerbeweging opgestaan van babyboomers die zich niet uit het werk willen laten drukken: ILC Zorg voor Later. Zij verzet zich tegen het beeld van ouderen als "een afhankelijke en profiterende generatie". ILC Zorg voor Later daagt met het manifest 'Verzilver de vergrijzing' de politiek uit om vergrijzing niet langer als een probleem te benaderen, maar als 'veelbelovende kans'.
Als woordvoerder trad Jacques Schraven (oud-topman van Shell en van VNO-NCW) op. "Nog nooit werden zoveel Nederlanders oud in zo’n goede gezondheid en onder zulke goede sociale en economische omstandigheden; een ongekende maatschappelijke prestatie. Deze nieuwe generatie kan nog jarenlang van onschatbare waarde zijn voor ons land. Mensen tussen de 55 en 75 jaar die vitaal, actief, initiatiefrijk en vaak ook (kapitaal)krachtig zijn, die hun maatschappelijke verantwoordelijkheden willen nemen en bovendien gewend zijn om zelfstandig keuzes te maken", aldus Schraven.
Erg concreet is het manifest overigens niet. De opstellers kijken vooral naar politiek Den Haag. Dat schiet niet op. Want in de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen zijn weinig concrete plannen terug te vinden om ouderen aan het werk te houden.
Hoe moet het dan wel? Misschien moeten we eerst maar eens af van algemene oplossingen die voor alle ouderen en voor alle bedrijven moeten gelden. Dus maatwerk voor ouderen die niet achter de geraniums willen, maar ook voor werkgevers. Zo moeten organisaties niet worden verplicht om werknemers langer dan de afgesproken pensioenleeftijd in dienst te houden. Als werknemers willen doorwerken, zullen zij over kennis, vaardigheden en vooral over motivatie moeten beschikken om werkgevers te overtuigen.
Waarom geven we ouderen niet de kans om iets te doen wat ze echt leuk of nuttig vinden? En dat hoeft niet hetzelfde werk te zijn dat ze voor hun (vervroegde) pensionering deden. Waarom geven we senior-werknemers de laatste jaren voor hun pensioen niet de mogelijkheid om zich voor te bereiden op een nieuwe loopbaan?
Nu we toch innovatief willen zijn: kan dit niet zonder Den Haag? Want als de politiek dit gaat dichtregelen, zijn ouderen en werkgevers alleen maar bezig met formulieren, vergunningen en verklaringen. Het moet wel leuk blijven!