Voor een werknemer die kampt met psychische problemen, is het niet altijd verstandig om daarover open te zijn op het werk of bij solliciteren. Positief kan zijn dat er meer begrip komt en werkzaamheden worden aangepast, maar het kan ook leiden tot stigmatisering of afwijzingen bij sollicitaties. Als de psychische problemen geen invloed hebben op het werk, kun je er het beste maar niets over vertellen.
Of openheid over psychische problemen goed of slecht uitpakt hangt af van veel factoren, waarbij vooral de wijze van communiceren belangrijk is, blijkt uit nieuw onderzoek van dr. Evelien Brouwers en collega’s (Tranzo, Tilburg University).
Voor het onderzoek werden vijf groepen die met dit dilemma te maken hebben geïnterviewd: werkgevers, HR-managers, mensen met psychische problemen, ervaringsdeskundigen en re-integratieprofessionals, zoals job coaches en bedrijfsartsen.
Geen invloed, dan ook niets zeggen
De bevraagde groepen waren het erover eens dat wanneer psychische problemen geen invloed hebben op de werkzaamheden, werknemers of werkzoekenden beter niet open kunnen zijn.
Vanuit hun eigen perspectief bezien is men eigenlijk wel voor openheid, maar ieder vanuit een ander belang. Bijvoorbeeld, mensen met psychische problemen zijn liever eerlijk maar HR-managers prefereren openheid zodat men de betreffende sollicitant eventueel wel kan afwijzen.
Zorgvuldig communiceren essentieel
De wijze van communiceren over psychische problemen heeft effect op het vinden en behouden van werk. Dat is een belangrijke bevinding, want hierdoor kunnen mensen zelf invloed hebben op de uitkomst. Meer aandacht voor de wijze van communiceren kan de duurzame inzetbaarheid van mensen met psychische problemen naar verwachting sterk vergroten.
Vijf aspecten vergroten een goede uitkomst van openheid in de werkomgeving:
MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief