Dat de arbeidsmarkt oververhit raakt, is goed te zien aan de loonafspraken in de cao’s. In juli 2022 kwam de gemiddelde loonstijging uit op 3,5 procent en in juni was de stijging zelfs 4,1 procent. Daarmee is juni 2022, tot nu toe, de maand met het hoogste maandgemiddelde van deze eeuw. In een deel van de cao’s stijgen de lonen relatief meer in de laagste loonschalen.
Dat meldt arbeidsvoorwaardenadviseur AWVN in haar cao-maandbericht over juli, dat de loonstijging van de maand juni achteraf heeft bijgesteld, doordat sommige cao-afspraken verlaat werden gemeld.
Nu nog loonstijging, afvlakking volgt
Dat de lonen blijven stijgen, is een normaal beeld, volgens AWVN. Want na gunstige economische omstandigheden, stijgen de lonen meestal met een vertraging van een jaar of meer.
Maar AWVN wijst er wel op dat verschillende bedrijfskosten oplopen, onder meer door de energieprijzen. Gecombineerd met verslechterde economische voorspellingen en onzekere bedrijfseconomische vooruitzichten, kan dat op termijn wel leiden tot ‘een blijvende afvlakking van de loontrend’, analyseert de arbeidsvoorwaardenadviseur van werkgevers.
Weinig cao’s, hogere lonen
In juli werden net als in juni maar 18 nieuwe cao’s afgesloten. Normaal zijn dat er 30. Het relatief lage aantal akkoorden volgt op een voorjaar met juist een groot aantal afspraken. Tot en met juli werden 206 nieuwe cao’s afgesloten voor 2,5 miljoen werknemers.
Inmiddels zijn veel cao’s waaronder veel werknemers vallen, vernieuwd. De cao’s die in juli 2022 tot stand kwamen, gelden voor sectoren en bedrijven waar veel minder mensen werken: tezamen slechts 40.000 werknemers.
Ook aandacht voor laagste salarisgroepen
Naast economische omstandigheden en arbeidsmarktkrapte klinkt ook de maatschappelijke onrust over koopkracht door in de loonafspraken. Want in één vijfde van de afgesloten cao’s in 2022, wordt naast de ‘gewone’ procentuele afspraken ook een vast minimumbedrag afgesproken om de lonen te verhogen.
Hierdoor gaan werknemers in de onderste salarisschalen er verhoudingsgewijs meer op vooruit. Dit is een antwoord op de maatschappelijke zorgen over de koopkrachtproblemen bij de lagere inkomensgroepen.