De cao-afspraken over lonen in Nederland blijven structureel erg hoog. In maart 2025 lag de gemiddelde loonafspraak op 4,3%, waarmee deze voor de 31e achtereenvolgende maand boven de 4% uitkwam. Dit betreft nieuwe cao’s voor ruim 1 miljoen werknemers, vooral in de zorg en de bouw. De eerder verwachte daling, lijkt voorlopig nog niet in zicht.
Dat blijkt uit recente gegevens van werkgeversvereniging AWVN.
Sinds juni 2023, toen het maandgemiddelde piekte op 8%, zijn de loonafspraken weliswaar geleidelijk afgenomen, maar deze daling is sinds afgelopen najaar gestopt. AWVN benadrukt in haar maandelijkse analyse dat dit langdurige hoge niveau van loonafspraken risico’s met zich meebrengt voor de concurrentiekracht van Nederlandse bedrijven.
AWVN benadrukt risico's voor concurrentiepositie
Volgens AWVN is het koopkrachtverlies uit eerdere jaren inmiddels ruimschoots gecompenseerd. De werkgevers waarschuwen dat verdere loonkostenstijgingen vooral in de industrie schadelijk zijn. Nederlandse industriële bedrijven verliezen in snel tempo terrein en hogere lonen versterken die negatieve trend.
AWVN pleit ervoor om tijdens cao-onderhandelingen meer aandacht te schenken aan het verhogen van de arbeidsproductiviteit. Zij roept vakbonden op tot constructief overleg, waarbij de beschikbare loonruimte binnen bedrijven centraal staat. Ook uitdagingen rondom arbeidsmarktkrapte en productiviteit dienen volgens AWVN prominenter aan bod te komen.
Kerncijfers loonontwikkeling (maart 2025)
Praktische implicaties voor HR
De arbeidsmarkt blijft voor de meeste functies nog erg krap. HR-adviseurs moeten zich bewust zijn van de implicaties van blijvend hoge loonafspraken op strategische keuzes rond personeelsbeleid, kostenmanagement en concurrentiepositie.
Actief sturen op productiviteit, gerichte scholing en innovatieve arbeidsvoorwaarden kunnen bijdragen aan duurzaam personeelsbeleid en concurrentiekracht.