COLUMN: Ouderenbeleid begint al op jonge leeftijd
Ad Voerman wil oudere medewerkers niet meer plotseling achter de geraniums planten
In april van dit jaar schreef ik over het vraagstuk van de vergrijzing en de problemen die dat op de arbeidsmarkt gaat oproepen. Inmiddels is er in ons land een forse discussie gaande over de kosten van de vergrijzing en de mogelijke oplossingsrichtingen. Het staat inmiddels vrijwel vast dat geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd op enigerlei moment tot stand zal komen. Op zich is dat ook helemaal niet gek.
Significante verbetering van medische zorg en arbeids- en woonomstandigheden gedurende de afgelopen jaren hebben de levensverwachting belangrijk verhoogd. De 65 jaar grens hangt daarmee samen. Drees (premier) en Suurhof (minister van sociale zaken), beiden verantwoordelijk voor de wet op de AOW, besloten dat de 65 jaar een acceptabele grens was want dan hadden de arbeiders nog twee jaar plezier daarvan! De levensverwachting voor arbeiders stond in de tweede helft van de vijftiger jaren op 67 jaar. Zouden we deze lijn doorzetten dan zou de pensioengerechtigde leeftijd nu op 75 jaar staan! De gemiddelde levensverwachting is immers 77 jaar voor mannen!
Voor P&O –ers is de belangrijke vraag: wat moet ik nu doen om te voorkomen dat mijn organisatie de komende jaren in zijn groei wordt geremd door de nieuwe onevenwichtigheden op de arbeidsmarkt? De noodzaak om “oudere” werknemers in dienst te houden staat wat mij betreft buiten kijf. Als we niets doen, zijn er binnen twee jaar te weinig jongeren om de gaten te vullen die ouderen bij ongewijzigd beleid achter laten.
Kern van de oplossing zit in geleidelijke pensionering. Los van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, is het eigenlijk absurd iemand die om en nabij 35 tot 40 jaar heeft gewerkt van de ene op de andere dag achter de geraniums te planten. Zoals een sporter moet aftrainen zo zou ook aan oudere werknemers de gelegenheid moeten worden geboden geleidelijk over te schakelen van een actieve baan naar een anders actief leven.
Daaraan zitten veel voordelen verbonden voor zowel werkgever als werknemer. De werkgever spaart hoge wervings- en selectiekosten uit, houdt gerijpte kennis langer in huis en voorkomt dat gezonde medewerkers vervroegd pensioneren en bij de concurrentie gaan werken!
Voor werknemers bestaat het voordeel uit de kans geleidelijk te wennen aan een nieuwe levensfase en de mogelijkheid te houden extra inkomen te verwerven. Er moet een programma komen dat oudere werknemers uitdaagt langer te werken op part-time basis. Stapsgewijs naar je pensioen op basis van individuele wensen en behoeften met een maximum tot 70 jaar. Daarin ligt de sleutel voor de oplossing.
Een tweede belangrijk element is de noodzaak voortdurend te investeren in de ontwikkeling van medewerkers. Altijd om en nabij 2 tot 2,5 % van de loonsom investeren in training , opleiding, coaching en studie. Het houdt de medewerkers weerbaar in veranderingen, verhoogt de flexibiliteit en stelt hen in staat minder afhankelijk te zijn van hun werkgever.
Ouderenbeleid begint dus al jonge leeftijd!
Ad Voerman
Juni 2006
Ad Voerman is directeur van QMS Holland.
U kunt Ad Voerman bereiken op het adres Hollandse Hout 336, 8244 GP Lelystad