Coronacrisis: geld uit sociaal pakket helpt bij omscholing van werknemers

Nu de coronacrisis aanhoudt, wordt steeds duidelijker dat de vraag naar bepaalde werkzaamheden de komende tijd zal uitblijven. Voor sommige mensen betekent dit dat ze zich moeten om- en bijscholen zodat ze andere taken kunnen vervullen binnen het bedrijf waar ze werken, of bij een andere werkgever. Om mensen te ondersteunen en hen te helpen zich aan te passen aan de veranderde arbeidsmarkt, trekt het kabinet €1,4 miljard uit voor een aanvullend sociaal pakket.

Het kabinet wil goede begeleiding bieden aan mensen die hun werk zijn verloren of dreigen te verliezen. Zo maakt het kabinet middelen vrij voor regionale mobiliteitsteams en geeft het een impuls om mensen uit de banenafspraak betrokken te houden bij de arbeidsmarkt. Daarnaast gaat het kabinet omzetverlies van SW-bedrijven bijplussen en komt er geld voor de gemeentelijke dienstverlening van bijstandsgerechtigden. Ook de dienstverlening van UWV aan WW-, WGA- en Wajong-uitkeringsgerechtigden wordt op peil gehouden. In totaal is hiervoor €650 miljoen beschikbaar.

Vaardigheden vergroten met bij- en omscholing
Daarnaast gaat het kabinet mensen helpen om hun kennis en vaardigheden bij te werken of zich om te scholen naar ander werk. Voor sommige mensen is dat nodig om binnen hun bedrijf de veranderingen bij te benen, voor andere mensen is scholing noodzakelijk om aan een andere baan te kunnen beginnen.

Het kabinet ziet verschillende fasen waarin verschillende partijen het voortouw hebben. De eerste fase is de begeleiding van werknemers nog voordat ze werkloos zijn. Werkgevers, werknemers en (op collectief niveau) de sociale partners hebben hier het voortouw. Zij kunnen vroeg signaleren dat werk onder druk staat en wat werkenden nodig hebben om de stap naar ander werk (bij dezelfde werkgever of bij een andere) te maken. Het liefst maken mensen de stap van werk naar werk, zonder een periode van werkloosheid en lukt dit door de inspanningen van de werkzoekende en werkgevers en sociale partners zelf. De komende tijd gaan kabinet en sociale partners nader in gesprek hoe dit, met ondersteuning van UWV, vorm te geven.

Samenwerken in tweede en derde fase
De tweede en derde fase zijn de fasen waarin mensen toch werkloos zijn geraakt. Zij doen dan een beroep op de WW (tweede fase) of bijstand (derde fase) en dan zijn het UWV en de gemeenten aan zet. Daarbij is vooral oog nodig voor kwetsbare schoolverlaters, mensen in de banenafspraak die hun baan kwijtraken, zelfstandigen die zich voor hun inkomen moeten oriënteren op werk in loondienst of mensen van wie de kennis en vaardigheden niet langer goed aansluiten bij de openstaande vacatures van werkgevers.

Om dit voor elkaar te krijgen, is samenwerking nodig van alle betrokken arbeidsmarktregio’s en sectoren. Het kabinet trekt geld uit voor werkgevers, sociale partners, beroepsonderwijs, UWV en gemeenten die met elkaar samenwerken in regionale mobiliteitsteams om deze crisisdienstverlening in de regio’s en met sectoren aan te bieden.

Aandacht voor jeugdwerkloosheid en schulden
In een economische recessie loopt jeugdwerkloosheid vaak sneller op. Ook daar heeft het kabinet aandacht voor. Jongeren die al werk hadden en dat verliezen, zijn goed geholpen met de extra investeringen in dienstverlening van gemeenten en UWV. Maar kwetsbare schoolverlaters hebben extra aandacht nodig. Het kabinet wil hen intensief gaan begeleiden naar vervolgonderwijs of werk. Daar komt €350 miljoen voor vrij.

Tot slot gaat het kabinet mensen met problematische schulden extra ondersteunen. Het kabinet trekt hiervoor €150 miljoen uit. Een belangrijk onderdeel daarvan is het opzetten van een Waarborgfonds om problematische schulden van mensen sneller af te kunnen wikkelen.

CORONA EN HR: Handige HR-tools voor die nu mooi van pas komen

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 447 exclusieve vakartikelen en 302 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?