Het coronavirus COVID-19 is nog niet in Nederland geconstateerd, maar de mogelijkheid dat het hier komt is wel degelijk aanwezig. Werkgevers en werknemers kunnen zich voorbereiden om verspreiding van het coronavirus (en van andere virussen zoals het ‘gewone’ griepvirus) zo veel mogelijk te voorkomen.
Heeft u werknemers die op (zaken)reis zijn geweest naar risicogebieden, dan is extra waakzaamheid geboden. Maar dat geldt ook voor werknemers die terugkomen van een vakantiereis uit risicogebieden en die symptomen van infectie ontwikkelen.
Risiciogebieden zijn nu:
Als werknemers onverhoopt in contact zijn geweest met zieke mensen in de risicogebieden, moeten zij mogelijk tot twee weken contact met anderen vermijden. Zij moeten dan de instructies van de GGD opvolgen en dus niet op het werk verschijnen. Als u veel zaken doet met risicogebieden, geeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) antwoorden over zakendoen en het coronavirus.
Verder is het verstandig om medewerkers met vakantieplannen te wijzen op de reisadviezen van het ministerie van Buitenlandse zaken. Medewerkers kunnen daarvoor bijvoorbeeld de app op hun telefoon zetten.
Besmetting voorkomen
In Nederland houdt het RIVM de ontwikkelingen rondom het coronavirus in de gaten. Het instituut geeft ook richtlijnen om het risico op besmetting te verkleinen:
Stappen tegen besmetting met coronavirus |
|
|
|
|
|
|
|
|
Met klachten (niet) naar de dokter of bedrijfsarts
Medewerkers die in de risicogebieden zijn geweest, moeten goed in de gaten houden of zij griepverschijnselen krijgen, zoals hoesten en niezen. Ook is het verstandig om geregeld de lichaamstemperatuur te meten.
Als medewerkers onverhoopt ziek worden, moeten ze thuisblijven en telefonisch contact zoeken met hun huisarts. Oproepen om naar de (bedrijfs)arts te gaan is niet verstandig. Het Nederlands huisartsengenootschap (NHG) heeft namelijk als richtlijn dat eerst telefonisch wordt bepaald wat de klachten zijn. Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat een besmette patiënt het coronavirus verspreidt in de wachtkamer van de huisarts of bedrijfsarts. Vervolgonderzoek vindt plaats met beschermende middelen voor de huisarts of GGD-medewerker.
Werknemers en klanten informeren
Omdat het virus (nog) niet in Nederland voorkomt, zijn verregaande maatregelen nog niet nodig. Maar informatie verstrekken over het virus en de risico’s van besmetting is wel verstandig. Zo kan het medewerkers geruststellen dat besmetting door postpakketten uit de risicogebieden niet mogelijk is (omdat het virus de reis niet overleeft). Het RIVM actualiseert geregeld een overzicht met vragen en antwoorden over het virus.
Het juiste moment zal per organisatie verschillen, maar het is aan te raden om werknemers en klanten te informeren over de hygiënemaatregelen die zij zelf kunnen nemen (handen wassen, bureau schoonmaken, etc.). U kunt het risico op besmetting met allerlei virussen (ook het griepvirus) verkleinen door bijvoorbeeld geen handen meer te laten schudden op het werk. Meer werknemers thuis laten werken, kan het risico op besmetting ook kleiner maken.
Werktijdverkorting aanvragen
Als uw organisatie door het coronavirus voor minstens 2 weken ten minste 20 procent minder werk heeft, is het mogelijk om werktijdverkorting (wtv) aan te vragen bij het ministerie van SZW. Dat kan overigens alleen voor werknemers waarvoor een loondoorbetalingsplicht bestaat, dus niet voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten.
Als het ministerie een vergunning afgeeft, kunt u bij het UWV een tijdelijke WW-uitkering aanvragen voor uw werknemers. UWV vergoedt achteraf de uren dat werknemers niet werkten tijdens de vergunningsperiode. U heeft zo minder loonkosten, terwijl de werknemers wel volledig in dienst blijven.