Wet verbetering poortwachter zorgt dat werknemers sneller aan het werk gaan.

Werkgevers en werknemers doen sinds de invoering van de Wet verbetering poortwachter, op 1 april 2002, veel meer om zieke werknemers weer zo snel mogelijk aan de slag te helpen. Hierdoor is het ziekteverzuim lager en zijn er minder nieuwe uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid. De financiële prikkel in de wet, blijkt te helpen. Dat staat in een evaluatieonderzoek dat minister De Geus van SZW naar het parlement heeft gestuurd.

De Wet verbetering poortwachter legt meer dwang op werknemers en werkgevers om medewerkers terug te leiden naar werk om daarmee arbeidsongeschiktheid te voorkomen. Werkgevers die niet genoeg hun best doen om een zieke werknemer weer aan het werk te helpen, kunnen door het UWV worden verplicht om het loon maximaal een jaar langer door te betalen. Zieke werknemers die weigeren mee te werken om zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan, kunnen worden geconfronteerd met stopzetting van de loondoorbetaling of, in het uiterste geval, met ontslag.

Uit het onderzoek komt naar voren dat de Wet verbetering poortwachter goed past in het beleid op het terrein van werk en inkomen. Wel zijn er volgens de onderzoekers mogelijkheden tot verbetering. Zo kan de informatie over de wet aan werkgevers en werknemers in het midden- en kleinbedrijf worden verbeterd. Verder is speciale aandacht nodig voor de groep zieke werknemers zonder werkgever (bijvoorbeeld uitzendkrachten). Het moet duidelijker worden wat deze werknemers en het UWV (waarvan ze ziektegeld ontvangen) concreet van elkaar kunnen verwachten als het gaat om het zo snel mogelijk weer aan het werk gaan.