Aanvragen kan tot 1 januari 2010, maar op is op.

Eén van de uitkomsten uit het sociaal overleg met werkgevers en werknemers, is de regeling voor deeltijd WW, die per 1 april 2009 in gaat. Werkgevers kunnen door de regeling de werktijd van een werknemer met maximaal de helft van de werktijd bekorten. In die periode ontvangt de werknemer een WW-uitkering voor de niet gewerkte uren. De speciale regeling voor werktijdverkorting als gevolg van de kredietcrisis, is hiermee meteen sinds 21 maart 2009 afgeschaft.

Alleen potentieel gezonde bedrijven, die uitzicht hebben om de crisis te overleven, kunnen gebruik maken van de deeltijd WW. De WW-uitkering die de werknemer ontvangt wordt in mindering gebracht van de opgebouwde WW-rechten. Ook bouwt de werknemer geen nieuwe WW-rechten op over de niet-gewerkte uren. De werknemer blijft voor gewerkte en niet-gewerkte uren in dienst van de werkgever. De werkgever moet een boete betalen als deze de werknemer voortijdig ontslaat.

Maximaal 15 maanden
Werkgevers kunnen eerst aanspraak maken op een periode van maximaal 3 maanden, waarna de deeltijd WW maximaal twee keer kan worden verlengd. Dit gebeurt dan steeds voor een periode van ten hoogste 6 maanden.

Voordat er verlengd kan worden, zal na de eerste periode van 3 maanden worden bezien of het gebruik van de regeling wel voldoende aansluit bij het doel. Als dat niet het geval is, kan minister Donner de regeling na 3 maanden sluiten en afzien van verlengingen.

Eén keer en onder voorwaarden
Elke werkgever kan ten hoogste eenmaal beroep doen op de regeling. De regeling wordt opengesteld voor eerste aanvragen tot 1 januari 2010. Bij een beroep op de regeling moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

Er is overeenstemming met de belanghebbende vereniging van werknemers, en als die niet beschikbaar is, met een andere vertegenwoordiging van werknemers. Meningsverschillen kunnen worden gemeld bij een door de minister in te stellen meldpunt.

In het overleg met de werknemers, moeten ook afspraken staan over scholing van werknemers gedurende de periode van deeltijd WW.

Indien een werknemer gedurende de deeltijd-WW periode wordt ontslagen, is de werkgever verplicht om een vergoeding aan het UWV te betalen gelijk aan de helft van de door de ontslagen werknemer gedurende de gehele deeltijd WW-periode genoten WW-uitkering.

Na de deeltijd-WW periode blijft de werknemer nog ten minste een derde van de duur van de deeltijd WW-periode volledig in dienst, met een minimum van 3 maanden. Indien de werknemer binnen die periode wordt ontslagen, moet eenzelfde vergoeding aan het UWV worden betaald, als hierboven.

Op is op
Het UWV toetst bij het aanvragen van deeltijd WW of aan de voorwaarden van de regeling is voldaan. Bij verlengingsaanvragen toetst het UWV de concrete invulling van de scholings- en detacheringsverplichting.

Als onverhoopt blijkt dat werkgevers in ruime mate oneigenlijk gebruik maken van de regeling, kan de deeltijd WW per direct worden gesloten. Bovendien stelt minister Donner maximaal 375 miljoen euro beschikbaar. Als dat bedrag wordt overschreden, kan de minister de regeling ook per direct sluiten voor nieuwe aanvragen.