Het vertrouwen in de economie neemt toe en we zullen in 2014 ook meer exporteren. Bedrijven huren daarom meer flexwerkers in, waardoor de omzet van de flexbranche zal stijgen. Maar het simpel bij elkaar brengen van flexwerker en opdrachtgever is niet voldoende meer. De flexbranche moet echt meerwaarde gaan bieden aan opdrachtgevers.
Het ING Economisch Bureau verwacht een omzetgroei in de flexbranche (o.a. uitzenden, detacheren, bemiddelen) van 4% in 2014. De groei komt na een fase van twee jaren krimp, gevolgd door een stabiele omzet in 2013. De omzet kon herstellen doordat meer flexwerkers in fase A (de meest flexibele uitzendkrachten) worden ingehuurd. Die groei zal in 2014 doorzetten als het werk bij exportbedrijven volgens verwachting blijft doorgroeien.
In een markt van veel arbeidsaanbod en weinig werk, staan de prijzen voor flexwerk wel onder druk. Werkgevers letten daardoor erg op de prijs en het gevaar bestaat dat de prijsdruk (gedeeltelijk) wordt afgewenteld op de flexwerkers. De economen van ING waarschuwen dat dit geen duurzame oplossing is.
Flexbranche moet ontzorgen en risico delen
Werkgevers hebben door internet en sociale media zelf al veel beter zicht op het aanbod van personeel. Met het simpelweg bij elkaar brengen van vraag en aanbod, komt de flexbranche dan ook niet meer weg. ‘Het bij elkaar brengen van vraag en aanbod is steeds meer een commodity en biedt te weinig toegevoegde waarde’ stelt Sasja Winters, sectormanager zakelijke dienstverlening van ING. ‘Flexbedrijven zullen ontzorger moeten zijn en bereid moeten zijn risico’s met de opdrachtgever te delen’.