Een eigen kamer op het werk, zit er voor veel mensen niet meer in. Want flexplekken zijn goedkoper en sluiten beter aan op de wisselende aanwezigheid van het personeel. Maar geconcentreerd werken in één grote ruimte met allemaal collega’s om je heen, is voor veel mensen heel lastig.
Dit blijkt uit twee wetenschappelijke studies die onlangs werden gepubliceerd in het Journal of Environmental Psychology. De studies zijn onderdeel van het promotieonderzoek ‘De psychologie van de flexplek’ van promovendus Jan Gerard Hoendervanger aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Verschillende werkplekken zijn zinvol
Steeds meer mensen werken in een ‘activiteitgerelateerde’ werkomgeving, waar ze geen vaste plek hebben maar flexibel gebruik maken van verschillende soorten plekken.
Het blijkt zinvol om werkplekken te gebruiken die zijn afgestemd op verschillende activiteiten. Dat is gemeten in termen van perceptie, tevredenheid en werkprestatie. Maar het idee achter de flexplekken, is vaak beter dan de uitvoering.
Geconcentreerd werken lukt beter in je eentje
Mensen die geconcentreerd moeten werken, doen dat duidelijk beter in een éénpersoonskamer zonder afleiding. Vooral mensen met een sterke behoefte aan privacy, hadden het lastig wanneer ze concentratiewerk deden in een open omgeving met allemaal collega’s eromheen.
In de meeste flexwerkomgevingen is slechts een klein deel van de werkplekken geschikt voor concentratiewerk, terwijl dat voor veel medewerkers wél de hoofdmoot van hun werkzaamheden vormt.
Flexplek aanpassen aan type gebruikers
De mismatch tussen gebruikerswensen en het aanbod van flexplekken lijkt een belangrijke verklaring voor de vaak tegenvallende tevredenheid, vooral onder mensen met een sterke privacybehoefte.
Wie met succes flexplekken wil implementeren, zal daarom moeten beginnen met gedegen analyse van gebruikersbehoeften in relatie tot werkzaamheden en persoonskenmerken.
MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief