Flexwerkers die minstens een jaar via een uitzendbureau werken, kunnen vanaf nu altijd een perspectiefverklaring aanvragen als zij die nodig hebben voor een nieuwe hypotheek. Voorwaarde is dat wel dat het uitzendbureau gecertificeerd is door de Stichting Perspectiefverklaring.
Brancheorganisatie ABU spreekt van een grote stap, omdat de aanschaf van een eigen huis hiermee binnen bereik komt van álle uitzendkrachten in Nederland.
Perspectiefverklaring breder beschikbaar
Tot nu konden uitzendkrachten voor een perspectiefverklaring alleen terecht bij uitzendbureaus die lid zijn van de ABU. Maar nu is het dus mogelijk ook bij andere uitzendbureaus, mist zij zich aansluiten bij de Stichting Perspectiefverklaring, die sinds 21 juni bestaat.
In de stichting zitten vertegenwoordigers van hypotheekverstrekkers, uitzendbureaus, consumentenorganisaties en het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Het belangrijkste doel van de stichting is het waarborgen van de kwaliteit van de verstrekte perspectiefverklaringen.
Zo werkt de perspectiefverklaring
De perspectiefverklaring kijkt naar de toekomstige mogelijkheden van de flexkracht om een inkomen te vergaren, op basis van data over de arbeidsmarktpositie van de aanvrager.
Daarnaast hechten geldverstrekkers ook belang aan het eigen oordeel van uitzendbureaus over de (toekomstige) inzetbaarheid van de uitzendkracht. Daartoe behoort onder andere een kritische blik op het cv, werkervaring, referenties, eerdere beoordelingen en persoonlijke gesprekken. Uitzendkrachten moeten minimaal een jaar via één en hetzelfde uitzendbureau aan het werk zijn om een beroep te kunnen doen op de perspectiefverklaring.
Andere factoren voor hypotheek
De verwachting is dat ongeveer 10% van de 275.000 uitzendkrachten die langer dan een jaar bij hetzelfde uitzendbureau werken een perspectiefverklaring zal aanvragen. Hoeveel van hen daadwerkelijk een hypotheek krijgen, is nog niet duidelijk. Bij de beoordeling van een hypotheekaanvraag, kijkt de hypotheekverstrekker natuurlijk ook naar factoren als een tweede inkomen en de vraag of er sprake is van schulden.