FNV wil praktische opleidingen voor falende managers
Meer dan helft directe chefs doet niet echt aan werkoverleg.
De kwaliteit van het management houdt in veel bedrijven niet over, zo concludeert vakbond FNV uit het onderzoek
‘De baas de baas’. Bijna 3000 werknemers vulden de uitgebreide vragenlijst voor het onderzoek in.
Zestig procent van de deelnemers vindt dat managers moeite hebben met het organiseren van gestructureerd werkoverleg. Nog eens ruim de helft vermeldt dat op de afdeling geen functioneringsgesprekken worden gevoerd.
Twintig procent van de werknemers heeft geregeld problemen met de directe chef. De werknemers weten ook de oorzaak van de problemen: volgens ruim de helft moeten managers zich met te veel dingen bezig houden.
Ondanks dat management een vak is, hebben de meeste managers geen specifieke opleiding genoten. De FNV wil daarom dat er goede, op de praktijk gerichte managementopleidingen komen.
Werkdruk
Volgens het onderzoek is werkdruk het grootste knelpunt op het werk. Wel zijn de klachten over werkdruk minder heftig dan zeven jaar geleden. De helft van de ondervraagden vindt dat de chef de werkdruk niet goed aanpakt. Volgens vier op de tien verdeelt de chef het werk niet goed over iedereen.
Managers kunnen volgens 55 procent bovendien moeilijk omgaan met kritiek. Meer dan de helft van de medewerkers heeft behoefte aan een vertrouwenspersoon voor klachten over de baas.
Grootste knelpunten
Wie het onderzoek leest, ziet een indrukwekkende opsomming van de grootste knelpunten in het leidinggeven:
1. Leidinggevenden hebben moeite om gestructureerd werkoverleg te voeren ( 59 % van de ondervraagden geeft aan dat dit niet gebeurt)
2. Zij zijn naar het oordeel van werknemers niet altijd even onafhankelijk. Bovendien laten veel leidinggevenden zich ‘inpakken’ door bepaalde collega’s (ja zegt 55%).
3. Veel leidinggevende geven nog steeds op een ouderwetse wijze leiding ( 40 % typeert de stijl als autoritair en 30% vindt dat er eigenlijk geen leiding wordt gegeven)
4. Maar liefst 56% van de ondervraagden geeft aan dat er geen functioneringsgesprekken worden gevoerd.
5. 55 % van de ondervraagden is van mening dat leidinggevenden conflicten niet goed oplossen.
6. En 52 % geeft aan dat de leidinggevende niet bijdraagt aan een goede sfeer op het werk
7. Leidinggevenden hebben moeite om de werkdruk aan te pakken en te beheersen (51% doet dit niet) en werk goed over de afdeling en werknemers te verdelen naar draagkracht (42% verdeelt niet eerlijk)
8. Omgaan met kritiek blijft erg moeilijk voor 55% van leidinggevenden.
9. De roep om wat meer waardering was in 2000 groot en is nog exact even groot: 72% ervaart een gebrek aan waardering.
10. In algemene zin is voor een groot aantal werknemers de relatie met de leidinggevende (zeer) problematisch: 19 procent geeft dit aan. Zelfs 5 procent hiervan zegt een zeer problematische relatie met de baas te hebben.
11. Overigens geeft 52 % van de ondervraagden aan dat de leidinggevende zich met teveel zaken moet bezighouden.
12. Maar liefst 56% van de werknemers geeft aan dat de leidinggevende niet degene is waar je naar toe stapt voor hulp.
Dit gaat er beter
Het is niet allemaal kommer en kwel, want een paar punten blijken beter te gaan dan zeven jaar geleden:
1. Leidinggevenden lijken iets actiever te zijn geworden in het bestrijden van ongewenst gedrag en maken zelf minder discriminerende opmerkingen dan 7 jaar geleden (13 % nu en 49% zeven jaar geleden)
2. Het algemene beeld in vergelijking met 7 jaar terug is dat leidinggevenden iets beter presteren op specifieke vaardigheden, hoewel de verschillen in uitkomsten erg klein zijn. Op de vraag ‘ Wat mijn leidinggevende moet leren’ is een aantal percentages iets verbeterd ten opzichte van het onderzoek in 2000.