Langer doorwerken gaat beter met een goede gezondheid. Maar voor wie op latere leeftijd (weer) een baan zoekt, maakt de gezondheid niet echt uit. Want de kans dat een oudere een baan vindt is altijd al heel klein.
Kan de arbeidsparticipatie van ouderen toenemen, als hun gezondheid beter is? Ondermeer deze vraag onderzocht Bram Wouterse in zijn proefschrift waarmeer hij op 7 juni 2013 aan de Universiteit van Tilburg tot doctor promoveert.
Gezonder en langer aan het werk
Uit het onderzoek blijkt dat een goede gezondheid een noodzakelijke voorwaarde is om aan het werk te blìjven. Maar gezondheid helpt niet voldoende om (weer) aan het werk te kòmen.
Werkende ouderen met een slechte gezondheid hebben wel een hogere kans om te stoppen met werken dan collega’s die nog in een goede gezondheid verkeren. Er is vooral uitval onder ouderen met een chronische ziekte die daardoor beperkingen in hun dagelijks leven ervaren.
Eenmaal zonder werk, maakt de gezondheid van ouderen nauwelijks meer uit. De kans dat ouderen zonder werk een baan vinden is zo klein, dat verschillen in gezondheid daarbij nog maar een beperkte rol spelen.
Evenveel zorgkosten
Wouterse bekeek ook of er misschien minder zorgkosten zijn, als ouderen langer gezond blijven. Dat bleek niet het geval. De kosten voor zorg zijn even hoog, alleen worden de zorgkosten bij gezonde ouderen wel pas op latere leeftijd hoger.
Ook al scheelt het niet in de kosten, gezond leven betekent meestal wel langer leven, zonder lichamelijke of geestelijke beperkingen. En dat voordeel is natuurlijk niet in geld uit te drukken.