Goed Nederlands bedrijfspensioen, maar lage AOW
Staatspensioen is nog niet opgewassen tegen vergrijzing.
Deelnemers aan bedrijfspensioenfondsen in Nederland zitten gebeiteld. Door de hoge collectieve deelnamegraad en de goede financiering staat Nederland hiermee aan de top in de EU. Maar met de AOW scoort ons land veel minder goed. Door het omslagstel is het staatspensioen gevoelig voor de vergrijzing. Bovendien is de uitkering relatief laag. Dit blijkt uit de ranglijst van de jaarlijkse Pensioenbarometer van Aon Consulting.
Het blijkt dat landen waar de meerderheid van de mensen blijft doorwerken tussen 55 en 64 jaar, hoog scoren op de barometer. Het percentage werkenden binnen deze groep is in België met 30% het laagst, terwijl dit in Denemarken, koploper in de barometerranglijst, ongeveer het dubbele is.
Breder financieren
De pensioenen staan vrijwel overal onder druk. Het zou daarom beter zijn wanneer de huidige beroepsbevolking meer voor een eigen pensioen spaart. Ook moet de financiering van de pensioenen beter worden gespreid.
De Pensioenbarometer laat zien dat landen waar de leeftijdsopbouw van de bevolking evenwchtig is en er ook uitgebreide bedrijfspensioenen zijn, zich in een sterke positie bevinden. Deze voorwaarden gelden vooral voor Denemarken en Estland. Landen die van oudsher vroegpensioenregelingen hebben aangemoedigd, zoals Frankrijk, België en Griekenland, krijgen te maken met pensioensystemen die op de langere termijn onhoudbaar zijn
Lage AOW-uitkering
Nederland staat in de categorie van toereikendheid van staatspensioenen op een lage 21e plaats. Dat komt omdat de AOW-uitkering relatief laag is vergeleken met andere EU-landen. Maar ook de gevoeligheid voor de vergrijzing is een verklaring. ‘Door het omslagstelsel van de AOW is ons staatspensioen gevoelig voor demografische aspecten, zoals vergrijzing en toenemende levensverwachting’, stelt Aon Consulting vast.