De Nederlandse arbeidsmarkt is de afgelopen tien jaar flexibeler geworden. In 2012 had 69% van de werkzame beroepsbevolking een vaste baan, in 2001 was dit nog 76%. Volgens een studie van CBS en TNO kan dit een bedreiging zijn voor de innovatiekracht en daarmee voor de groei van de Nederlandse economie.
De Nederlandse arbeidsmarkt is de afgelopen tien jaar flexibeler geworden. In 2012 had 69% van de werkzame beroepsbevolking een vaste baan, in 2001 was dit nog 76%.
De flexibiliteit is vooral toegenomen door de sterke groei van het aantal ZZP-ers, werknemers met een tijdelijk contact die uitzicht hebben op een vaste baan en het aantal oproep- en invalcontracten.
Volgens een studie van CBS en TNO kan dit een bedreiging zijn voor de innovatiekracht en daarmee voor de groei van de Nederlandse economie.
Cijfers over flexibiliteit
In de studie Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt zetten CBS en TNO veel gegevens op een rij over de flexibiliteit van de Nederlandse arbeidsmarkt:
Minder uitzendcontracten
Opmerkelijk noemen de onderzoekers de daling van het aantal uitzendcontracten sinds 2007. Of dat nu te maken heeft met de recessie of een structurele trend is, weten ze niet.
Al denken ze wel dat werkgevers voor het opvangen van piek en ziek nu oproepcontracten en zelfs ZZP-ers hebben ontdekt. Volgens hen lijkt het er op dat werkgevers uitzendcontracten nu vooral gebruiken om te voorkomen dat ze teveel personeel in dienst hebben als het economisch slechter gaat.
Tegenover de daling van het aantal uitzendcontracten staat de groei van het tijdelijk contract met uitzicht op een vaste baan. De onderzoekers concluderen dat dit inmiddels "standaard wordt ingezet als een verlengde proefperiode".
Meerdere banen
Meer dan een half miljoen werkenden combineert meer dan één baan. Dergelijke combinatiebanen hebben geen negatieve gevolgen voor de gezondheid of de werk-privébalans.
Het combineren van meerdere (tijdelijke) banen biedt kansen voor flexkrachten om zich te ontwikkelen en een betere positie op de arbeidsmarkt te verwerven, bijvoorbeeld door verschillende tijdelijke banen te combineren of door een baan in loondienst te combineren met zelfstandig ondernemerschap (7% van de ZZP-ers doet dit al).
Risico voor innovatie
De onderzoekers worstelen met de gevolgen van de groei van de flexcontracten voor innovatie binnen bedrijven. Aan de ene kant zien ze dat bedrijven die relatief veel tijdelijke en uitzendcontracten gebruiken, ook innovatief kunnen zijn.
Aan de andere kant signaleren CBS en TNO dat mensen met een flexibele arbeidsrelatie minder leer- en ontwikkelmogelijkheden hebben. Werkgevers investeren minder in hun scholing en ook tijdens hun tijdelijke werk krijgen deze werkers onvoldoende leermogelijkheden. Ook staat de kwaliteit van het werk dat deze groep krijgt, onder druk.
"Dat kan nadelig zijn voor de gezondheid en het welzijn, met als ultiem gevolg dat zij niet langer geselecteerd worden voor werk van goede kwaliteit. Het gaat hierbij om een groep die door hun precaire arbeidspositie ook weinig (financiële) ruimte heeft om het heft in eigen hand te nemen en om in de eigen ontwikkeling en gezondheid te investeren. Het vormt mogelijk ook een risico voor de innovatiekracht van ondernemingen en de inclusieve groei van de Nederlandse economie."
Selecteren op gezondheid
Voorzichtig opperen de onderzoekers dat flexibele contracten steeds vaker worden gebruikt om een "selectie te maken op onder andere de gezondheid en het welzijn van mensen".
Daardoor krijgen de werknemers die al minder gezond zijn en minder goed inzetbaar zijn, juist "de banen met de minste kwaliteit en de minste leer- en ontwikkelmogelijkheden, die hun inzetbaarheid in de toekomst beperkt".
Deze negatieve spiraal kan worden doorbroken door iedere werknemer, ook de flexibele werknemer, de mogelijkheden te geven om de eigen kwalificaties te onderhouden. Voor de onderzoekers gaat het daarbij niet alleen om kennis en vaardigheden, maar ook om de fysieke en mentale gezondheid.
Lees ook:
Flexbarometer: (bijna) alle cijfers over flexwerkers