De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2013 met -0,2% opnieuw licht gekrompen. Wel vlakt de krimp van kwartaal op kwartaal af. Onze buurlanden, waaraan ons land veel goederen en diensten levert, vertonen wel economische groei en dat kan een lichtpuntje betekenen voor de economische ontwikkelingen voor Nederland.
Het CBS meldt dat de Nederlandse economie nu alweer een jaar krimpt, omdat bedrijven en de overheid niet meer investeren. Wel vlakt de krimp af: van kwartaal op kwartaal wordt de krimp steeds iets kleiner. In Duitsland, ons belangrijkste exportland, groeit de economie met 0,7%. Frankrijk is uit de recessie met een kwartaalgroei van 0,5%. Dat kan kansen bieden voor de Nederlandse economie.
Consumenten hebben weinig geld om uit te geven omdat de lonen achterblijven en de lasten stijgen. Huishouden hebben daarom 2,4% minder uitgegeven. Ook de overheid blijft bezuinigen en gaf 0,5% minder uit, waardoor er steeds minder geld in de economie rondgaat. Ten opzichte van het tweede kwartaal 2012 is de economie met 1,8% gekrompen: dat betekent dat er nu ongeveer 10 miljard euro in de economie minder beschikbaar is.
Banen verdwijnen in fors tempo
In het tweede kwartaal van 2013 waren er 147 duizend minder banen dan een jaar eerder. Dit is een daling van 1,9 procent en de grootste daling sinds 1995. In alle bedrijfstakken is de werkgelegenheid teruggelopen, maar het banenverlies was het grootst in de bouw en de zakelijke dienstverlening.
In beide takken gingen 28 duizend banen verloren. In de handel, vervoer en horeca kromp de werkgelegenheid met 24 duizend banen.
Minder investeringen en productie
De meeste bedrijfstakken produceren minder, maar de krimp is wel kleiner geworden. De zorg en de delfstoffenwinning noteerden wel groei, net als in het eerste kwartaal.
Bedrijven investeerden in het tweede kwartaal 9,4% minder dan een jaar eerder. Dit is het zesde achtereenvolgende kwartaal met krimp. Wel was ook hier de teruggang dit kwartaal iets kleiner dan in het eerste kwartaal. De investeringen in de bouw liepen iets minder sterk terug. Ook de krimp van de investeringen in machines en computers was kleiner.