Hoe hoger het cijfer op de eindlijst van studenten bedrijfswetenschappen, hoe hoger het salaris na 1,5 jaar is. Opvallend, want een hoger gemiddeld cijfer, blijkt geen garantie dat realistische problemen beter worden opgelost.

Dat staat in het proefschrift ‘Understanding the gap between business schools and the workplace’ van Monique Bijker, die daarmee op 22 maart 2013 bij de Open Universiteit in Heerlen tot doctor promoveert. Bijker (Haarlem, 1954) was meer dan 25 jaar werkzaam als manager in verschillende bedrijven. Naast haar fulltime baan studeerde ze Arbeid- en organisatiepsychologie bij de Open Universiteit. In 2008 ging ze bij de Open Universiteit aan de slag als universitair docent en onderwijsontwerper bij de faculteit Onderwijswetenschappen.

Hogere cijfers betalen uit
In haar onderzoeksproject analyseerde Bijker de voorbereiding van studenten bedrijfskunde op de eisen van de arbeidsmarkt. Het aansluitingsprobleem werd benaderd vanuit het perspectief van werkgevers, alumni, en van bedrijfskundestudenten in de laatste fase van hun master, net voor hun afstuderen.

Bijker keek onder andere naar het salaris dat afgestudeerden na 1,5 verdienden. Hogere cijfers op de eindlijst bleken een goede voorspeller van het latere maandsalaris: hoe hoger het cijfer op de eindlijst, hoe hoger het salaris na 1,5 jaar.

Mannen krijgen meteen al beter salaris
In haar onderzoek, vond Bijker verschillen tussen mannen en vrouwen. Zo hebben net afgestudeerde vrouwelijke bedrijfskundigen minder kans op een baan op hun eigen opleidingsniveau dan mannen.

Verder bleek dat mannen van begin af aan een hoger salaris krijgen dan vrouwen en dat mannen vaker geselecteerd worden voor follow-up trainingen.

Realistische problemen oplossen
Bijker keek ook naar het vermogen van studenten en afgestudeerden om realistische problemen op te lossen. Uit deze analyse bleek dat een hoger gemiddeld cijfer géén afspiegeling is van het vermogen om realistische problemen op te lossen.

Afgestudeerden bedrijfskunde rapporteerden zelf ook een gebrek aan aansluiting tussen de competenties die ze in de opleidingen hebben verworven en de competenties die werkgevers van hen verwachten. Ze signaleerden dat ze onvoldoende scoorden op kennis van bedrijfskunde(!), het leren van nieuwe dingen, logisch redeneren en productief samenwerken.