De troonrede die Koning Willem Alexander uitsprak op Prinsjesdag 2022, stond in het teken van de financiële problemen voor de bevolking door de stijgende energieprijzen en de hoge inflatie die daarmee gepaard gaat. Nederland verkeert in onzekerheid en velen uiten hun ontevredenheid over de aanpak van het kabinet. Dat was deze Prinsjesdag ook voor de Koning duidelijk merkbaar, omdat de koninklijke stoet op verschillende plekken werd geconfronteerd met luide protesten van boeren en ontevreden burgers.
Opvallend was dat de Koning bij het uitspreken van de troonrede de onrust en onvrede als eerste adresseerde. Het is ‘tegenstrijdig’ sprak de Koning namens de regering, ‘dat bestaanszekerheden onder druk staan en armoede toeneemt in een periode van economische groei en lage werkloosheid.’ Verder wees de Koning erop dat mensen bang zijn om hun mening te geven, ‘uit angst voor harde reacties of zelfs bedreigingen.’
Mensen verliezen vertrouwen in het oplossend vermogen van politiek en bestuur. Ze zijn onzeker over koopkracht en woningnood, over de opvang van asielzoekers en de oorlog in Oekraïne. Maar ook over de grote veranderingen die op ons afkomen op terreinen als arbeidsmarkt, klimaat, energie en stikstof. ‘Al deze onderwerpen zijn bepalend voor de manier waarop wij en onze kinderen straks wonen, werken, ondernemen en met elkaar samenleven,’ aldus de Koning.
Aan oplossingen werken en eigen koers bepalen
De regering kiest ‘met overtuiging voor militaire en humanitaire steun aan Oekraïne en de internationale sancties tegen Rusland.’ In de troonrede citeerde de Koning zijn grootmoeder, Koningin Juliana, die in 1948 bij haar inhuldiging het parlement toesprak. In die roerige naoorlogse tijd moest Nederland ook positie kiezen om ‘drijvende te blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Het moet zelf zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot.’
Het kabinet zegt zicht realiseren dat Nederlanders kritisch zijn op de werking van het politiek-bestuurlijke bestel. Dat is voor het kabinet een aansporing om lastige maatregelen te nemen die echt nodig zijn en daarover ‘open en transparant te zijn.’ Het kabinet heeft een ambitieuze toekomstagenda voor 2030 en daarna, die moet leiden tot ‘een schoon en veilig land met kansen voor iedereen.’
Maatregelen vanwege hoge energieprijzen al in 2022
Door de internationale sancties tegen Rusland, zijn de energieprijzen enorm gestegen, waardoor veel huishoudens in de problemen zijn geraakt. Werkgevers worden nu ook al geconfronteerd met werknemers waarvan de schulden hen boven het hoofd groeien. Zij zullen opgelucht zijn dat het kabinet een pakket maatregelen voor 2023 presenteert van ruim 18 miljard euro. Dit is vooral voor de lage en middeninkomens. ‘Maar zelfs daarmee kunnen niet alle prijsstijgingen voor iedereen volledig worden gecompenseerd, waarschuwt het kabinet.
Het kabinet werkt ook aan een prijsplafond voor energie, dat al effect heeft in 2022. Hiermee kunnen mensen hun energierekening blijven betalen. De belastingverlaging op brandstof en de energietoeslag lopen door in 2023. Deze maatregelen worden onder andere gedekt door een tijdelijke extra bijdrage van gas- en oliemaatschappijen.
Vaste baan in goed functionerende arbeidsmarkt
Belangrijk is dat de arbeidsmarkt goed functioneert, zeker nu veel bedrijven kampen met personeelstekorten. Het kabinet vindt dat een vaste baan de norm moet zijn en werkt daarom aan een nieuwe balans tussen vaste en flexibele contracten. Goed werkgeverschap loont en ook arbeidsmigranten verdienen een fatsoenlijke behandeling.
Om te stimuleren dat mensen meer uren gaan werken, worden in de loop van deze kabinetsperiode de kosten voor kinderopvang voor alle werkende ouders bijna geheel vergoed. Het kabinet werkt aan een nieuw pensioenstelsel dat klaar is voor de toekomst en beter past bij een arbeidsmarkt waarin de meeste mensen tijdens hun leven meerdere werkgevers hebben. In het nieuwe stelsel is er eerder perspectief op indexatie en krijgen mensen beter zicht op de opgebouwde pensioenpot.
Toeslagen en minimumloon omhoog
De zorgtoeslag en de basisbeurs voor studenten gaan komend jaar omhoog. Daarnaast komen er structurele inkomensverbeteringen voor lage en middeninkomens. Per 1 januari gaan het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen met 10 procent omhoog. De huurtoeslag en het kindgebonden budget worden hoger.
Voor werkenden daalt de inkomstenbelasting en stijgt de arbeidskorting, zodat werken meer loont. Deze maatregelen worden onder andere gedekt door hogere belastingen op winst en vermogen, waarbij het midden- en kleinbedrijf zoveel mogelijk wordt ontzien.
Versterking ondernemersklimaat
Alleen met een goed opgeleide beroepsbevolking kunnen we bouwen aan een innovatieve en ondernemende toekomst. Nederlandse ondernemers en hun personeel hebben tijdens de coronacrisis veerkracht getoond. Het is een hard gelag dat zoveel bedrijven nu opnieuw met grote problemen te maken krijgen vanwege enorme kostenstijgingen.
Zeker in het midden- en kleinbedrijf, dat zo belangrijk is voor ons land, hebben veel ondernemers het moeilijk. Versterking van het mkb-ondernemersklimaat is nodig, bijvoorbeeld door te zorgen voor een betere toegang tot financiering en ondersteuning bij verduurzaming. Het kabinet blijft ook verder investeren in het toekomstige verdienvermogen van ons land. Belangrijk zijn een aantrekkelijk vestigingsklimaat, ruimte voor de topsectoren en innovatieve startups, en het benutten van alle kansen die digitalisering biedt.
Werken voor het heil van Nederland
Koning Willem Alexander sloot zijn troonrede nogmaals af met een citaat van zijn grootmoeder in 1948: ‘Tezamen zullen wij werken voor het heil van Nederland.’ Woorden die steeds opnieuw actueel zijn, aldus de regering.
‘Laat ons in deze onzekere tijd hoop en hernieuwd vertrouwen putten uit de wetenschap dat maatschappelijke vernieuwing in ons land altijd stapsgewijs en door samenwerking wordt bereikt. Zo was dat in het verleden, zo is het ook nu. Vanuit die gedachte wil de regering, samen met u en samen met alle positieve krachten in ons land, blijven werken aan oplossingen voor vandaag en een goede toekomst voor alle inwoners van het Koninkrijk,’ aldus de Koning.