Tijdens onze loopbaan, moeten we blijven leren en ontwikkelen. HR moet daarop inspelen met beter beleid, maar werkenden worden zelf meer verantwoordelijk voor hun duurzame inzetbaarheid. Daarom moet er een ontwikkelrekening komen voor iedere werkende. De werkgever kan hierop inleggen, maar ook de werknemer kan daarop fiscaal gunstig sparen voor een zélf gekozen ontwikkeltraject.
Volgens SER-voorzitter Mariëtte Hamer (foto) is voortdurende scholing nodig vanwege technologische ontwikkelingen, de snel veranderende dynamiek op de arbeidsmarkt, verhoging van de pensioenleeftijd en internationalisering. Dat onderschrijft de SER, die daarom pleit voor het ontwikkelen van een positieve leercultuur, waar HR ook aan moet bijdragen.
In de Sociaal economische Raad (SER) adviseren vakbonden, werkgevers en kroonleden het kabinet over de arbeidsmarkt. Het advies Leren en ontwikkelen tijdens de loopbaan: een advies over post initieel leren is voorbereid door de commissie Arbeidsmarkt- en Onderwijsvraagstukken, onder voorzitterschap van Mariëtte Hamer.
Onderwijs laten aansluiten op beroepspraktijk
De inhoudelijke aansluiting van onderwijs bij de beroepspraktijk kan en moet beter, vindt de SER. Het moet actueler, flexibeler, innovatiever en realistischer. Daarbij is het zaak om rekening te houden met wat werkenden al kennen en kunnen en de middelen en tijd die zij beschikbaar hebben. Het moet eenvoudiger worden om deelcertificaten te halen, ook als je al een diploma hebt. De SER wil meerdere instroommomenten mogelijk maken en versnelde en flexibele trajecten.
Iedereen zou ook aanspraak moeten kunnen maken op een trekkingsrecht voor scholing. Dat is een persoonlijk tegoed voor iedereen die het initiële onderwijs met een diploma verlaat en nog geen master heeft gedaan. Mensen die op wat latere leeftijd een opleiding of deeltraject willen volgen, kunnen gebruik maken van dit recht.
Persoonsgebonden ontwikkelbudget voor iedereen
Naast dit trekkingsrecht, moeten werkenden ook de benodigde scholing kunnen bekostigen. De SER pleit daarom voor een ontwikkelrekening voor iedere werkende: een persoonsgebonden budget voor een zélf gekozen ontwikkeltraject. Dit budget kan iemand aanspreken als het trekkingsrecht op is.
Op de ontwikkelrekening spaart een werkende fiscaal aantrekkelijk en staan tegoeden van werknemer en eventueel werkgever en/of overheid en budgetten waar sociale partners afspraken over maken. Op die manier spaart een werkende dus voor loopbaanontwikkeling.
HR-beleid moet inspelen op leercultuur
Het SER-rapport besteedt bijzondere aandacht aan infomeel leren. Dat ‘werkende weg leren van collega’s’ gebeurt in Nederland al veel, maar vaak niet erg gestructureerd. Bedrijven kunnen een leercultuur ontwikkelen waarin zowel informeel als formeel leren een bewuste plaats heeft. Dat vraagt om een lerende werkplek, waarbij werknemers worden uitgedaagd nieuwe dingen te leren en zich te ontwikkelen op een veilige en uitnodigende manier.
Om die leercultuur te bereiken kunnen initiatieven worden genomen die: